Spookstad Arnhem bevrijd, Britten terug in lege stad
De Britten zijn terug in Arnhem. De stad waar ze in september zo hard hebben gevochten maar die ze toen niet konden innemen. Nu zijn ze heer en meester in de stad, maar een feest is het niet: Arnhem is een lege stad.
De bijna 100.000 inwoners zijn kort na Market Garden geëvacueerd door de Duitsers. Geen vlaggen en vrolijk gezang hier.
Arnhem voelt als een verlaten brandende huls, zegt de Canadese oorlogscorrespondent Matthew Halton. Soldaten hebben het gevoel alsof ze in een graftombe rondlopen.
"Alle winkels, huizen, kantoren zijn leeggeroofd. Flarden van gordijnen wapperen uit kapotte ramen. Die doodse verlatenheid, die afschuwelijke spookblik van een leeggeplunderde stad zal ik nooit vergeten", zegt Hen Bolle, een van de weinige burgers in de stad.
Zware gevechten
De Britten en de Canadezen verwachtten veel Duitse tegenstand en zetten zwaar geschut in. Jachtbommenwerpers namen de stad onder vuur. Over slachtoffers is nog niets bekend, maar vast staat dat zowel aan Duitse als geallieerde kant mensen zijn omgekomen.
De vorige keer - tijdens Market Garden - probeerden de geallieerden de stad via Oosterbeek in te nemen en de brug over de Rijn in handen te krijgen. Nu staken ze bij Westervoort de Rijn over en vochten zich de stad binnen.
En zo berichtte het Canadese nieuws over de bevrijding van Arnhem:
Rondom de wijk Geitenkamp is flink gevochten. Hier wonen - de hele buurt is afgezet met prikkeldraad - met toestemming van de Duitsers nog mensen. NSB'ers, maar ook dwangarbeiders die moesten werken aan de stellingen om Arnhem te verdedigen. Ook distributie-ambtenaar Kramer en zijn gezin woont hier verplicht.
Tijdens de tweede slag om Arnhem - zoals de bevrijding wordt genoemd- zat de familie in een schuilkelder. Toen het geschiet ophield kroop zoon Jan voorzichtig naar buiten. "Ik zag grote tanks en soldaten", zegt hij. "Die richtten meteen hun mitrailleurs op mij. Ze controleerden of wij Duitsers waren."
"Daarna vielen we elkaar om de hals. We huilden van geluk; zij net zo goed als wij. Wij waren de eerste levende burgers die ze zagen in onze stad. We kregen wat witbrood en wat drinken. Het brood leek wel gebak."
Bewoners nog niet vrij
Wanneer alle geëvacueerde bewoners terug kunnen is niet nog maar de vraag. De meesten zitten nu op de Veluwe en in Noord- en Oost-Nederland - gebieden die lang nog niet allemaal bevrijd zijn.
Vraag is wat er van hun huizen en hun spullen over is. De Duitsers hebben flink huisgehouden. Vrachtauto's vol schilderen, banken en tafels zijn naar Duitsland gebracht. Er is geen elektriciteit meer, en ook aan stromend water is een gebrek.
Vaststaat dat ze een stad zullen aantreffen die er heel anders uitziet dan toen ze noodgedwongen vertrokken.