Kritiek op "vrijwilligersindustrie"

Unicef maakt zich zorgen over het grote aantal vrijwilligers dat in ontwikkelingslanden tijdelijk hulp biedt aan kinderen. Vrijwilligerswerk doen in een ontwikkelingsland is populair, maar Unicef stelt in Nieuwsuur dat ondanks de goede bedoelingen vrijwilligershulp vaak niet in het belang is van de lokale kinderen.

De steeds wisselende vrijwilligers kunnen een grote negatieve invloed hebben op kinderen in tehuizen. Volgens Unicef kunnen ze daardoor hechtingsproblemen krijgen.

Geen professionals

Ook stelt Unicef dat lesgeven, ook al is het maar voor korte tijd, niet aan te bevelen is. Kinderen in ontwikkelingslanden zouden daar niet bij gebaat zijn, omdat de vrijwilligers geen opleiding hebben gehad en geen professionals zijn. "Goed onderwijs behoeft goed opgeleide docenten", aldus de hulporganisatie.

Sinds enkele jaren bieden verschillende organisaties ook reizen aan voor middelbare scholieren. Die bezoeken projecten en zetten zich in als vrijwilliger. Maar zelfs een groepsbezoek van een middag aan een lokaal project met kinderen, is af te raden, vindt Unicef: "Dan worden kinderen gebruikt als toeristische attractie."

Beunhazerij

Bovendien zijn er inmiddels zoveel toeristen die kinderen in weeshuizen in landen als Nepal, Cambodja en Vietnam willen helpen, dat het aantal weeshuizen groeit, maar het aantal weeskinderen niet. "Dat is duidelijk een ongezonde ontwikkeling die moet stoppen," zegt Unicef.

Partos, de brancheorganisatie voor internationale samenwerking, spreekt zelfs over "ontwikkelingsbeunhazerij", omdat veel van de bedrijven die dit soort reizen aanbieden zich weinig aantrekken van de lessen die hulporganisaties in het verleden door schade en schande hebben geleerd.

Opvallende subsidie

Nieuwsuur ontdekte dat voor dit soort reizen ook een subsidie bestaat van het ministerie van Buitenlandse Zaken: de MillenniumDoen-toelage. Ontwikkelingsorganisatie JoHo verdeelt anderhalf miljoen euro onder jongeren die een vrijwilligersreis maken naar een ontwikkelingsland en daar achteraf actief anderen bij betrekken. De subsidie gaat ook naar jongeren die als vrijwilliger in een weeshuis hebben gewerkt.

Dat gebeurt terwijl het ministerie van Buitenlandse Zaken eerder aangaf dat het de campagne van Unicef tegen reizen naar weeshuizen steunt. Dat meldde het ministerie ten onrechte ook aan de Tweede Kamer.

In een reactie zegt Buitenlandse Zaken dat het uiteraard niet de bedoeling is dat "door ons gesubsidieerd vrijwilligerswerk een negatief effect heeft op kinderen met wie de vrijwilligers werken". Het ministerie onderzoekt de zaak.