Huizenbubbel China leidt tot protest
Door correspondent Marieke de Vries
De afgelopen maanden daalden de huizenprijzen in negen van de tien grote Chinese steden. Is dit de lang gevreesde ineenstorting van China's onroerendgoedmarkt, met grote gevolgen voor de wereldeconomie?
Het komt niet vaak voor dat Chinezen de straat opgaan en de confrontatie aangaan met een semi-overheidsinstelling als een projectontwikkelaar, maar de laatste weken is het al vaker tot een uitbarsting gekomen van gefrustreerde huiseigenaren.
Bij een bouwplaats anderhalf uur van het centrum van Peking staan zo'n honderd woedende demonstranten voor het kantoor van een projectontwikkelaar. Ze hebben spandoeken opgehangen en scanderen: "Neem het huis terug!" Aan de andere kant van de weg staat de politie klaar om in te grijpen.
Uitbarsting
Een van de demonstranten is Wang Yu. Hij kocht een half jaar geleden een tweekamerappartement voor ruim twee ton. Er zouden een metro, een school en een bioscoop in de wijk komen. Maar nu, vlak voor het moment van oplevering, zijn die voorzieningen er nog steeds niet en heeft de projectontwikkelaar de prijs met 20 procent verlaagd.
"Dit huis was een investering voor de toekomst, maar ik zie het met de dag minder waard worden", zegt Wang.
Spookwijken
Na twee decennia bouwdrift is de Chinese huizenmarkt verzadigd. De meeste huishoudens hebben inmiddels een of meerdere huizen.
Omdat ze de banken niet vertrouwen, investeren Chinezen hun spaargeld liever in onroerend goed. Maar lokale overheden en projectontwikkelaars bleven maar bouwen, om hun schulden in te lossen en nu is er een bubbel ontstaan.
Door het hele land staan spookwijken waar niemand woont. In de steden zijn luxueuze winkelcentra verrezen, waaraan niemand behoefte heeft. Kolossen van kantoorgebouwen staan er verlaten bij. Volgens schattingen staan er 52,5 miljoen huizen leeg. Ter vergelijking: dat is meer dan de totale woningvoorraad van Nederland, België en Duitsland bij elkaar.
Stoppen!
"Ze moeten onmiddellijk stoppen met bouwen en de overgeschoten huizen weggeven aan de mensen die ze niet kunnen betalen. Dan kan de onroerendgoedmarkt weer gezond worden", zegt Anne Stevenson-Yang van J Capital Research. Volgens de Amerikaanse econome, die al 25 jaar in China onderzoek doet, is China volledig doorgeschoten en brengt dat ook de wereldeconomie in gevaar.
Cement
Vanaf de tweede helft van de jaren 90 trokken miljoenen Chinezen van het platteland naar de stad. Daarom werden er in ijltempo huizen en nieuwe steden gebouwd. China kocht daarvoor over de hele wereld op grote schaal grondstoffen.
Om een voorbeeld te geven; in slechts twee jaar tijd (2011 en 2012) produceerde China meer cement dan de VS in de hele twintigste eeuw heeft gedaan. De Chinese onroerendgoedmarkt bepaalde zo de wereldwijde prijs van de grondstoffen voor bijvoorbeeld cement.
Volgens Anne Stevenson-Yang gaan landen die grondstoffen naar China exporteerden daar veel last van krijgen.
"Nu al zie je dat de prijs van cement met 15 procent is gedaald. Staal zal kelderen, in totaal waarschijnlijk met 30 procent. Vooral landen als Australië, Brazilië en Canada zullen dat merken. Door het geld dat ze aan China verdienden gingen de koersen van hun valuta omhoog en werd er ook flink in hun onroerend goed markten geïnvesteerd. Dat wankelt nu en dat gaat de hele wereld merken."
Fraudeurs
Wang Yu heeft met de andere demonstrerende benadeelden een dag lang het kantoor van de projectontwikkelaar bezet gehouden.
"Ik weet dat de huizenprijzen afhankelijk zijn van de markt, maar dit wisten ze een half jaar geleden ook al en toch hebben ze deze appartementen aan ons verkocht voor een hogere prijs. Dat maakt ze in mijn ogen fraudeurs."