NOS NieuwsAangepast

Paleis op de Dam opent 3de etage

Door redacteur Lambert Teuwissen

Bijna 200 jaar lang was het publiek niet welkom op de derde etage van het Paleis op de Dam. Deze zomer wordt een uitzondering gemaakt, voor een tentoonstelling in de Kleine en de Grote Krijgsraadzaal. Koning Willem-Alexander opent de tentoonstelling vanmiddag.

In de zalen wordt de kunst getoond die er oorspronkelijk hing in de Gouden Eeuw: de schuttersstukken van de Amsterdamse schuttersgilden. Speciaal voor de tentoonstelling heeft het Paleis zeven enorme schilderijen mogen lenen van het Amsterdam Museum en het Rijksmuseum. Het zijn precies de werken die in 1758 op een inventarisatie van het Paleis staan vermeld.

Het lukte het Paleis niet om het interieur helemaal te herstellen. Naar topstukken uit het Rijksmuseum als Rembrandts Nachtwacht, De Schuttersmaaltijd van Bartholomeus van der Helst of een werk van Frans Hals durfden de samenstellers niet te vragen. Wel zijn die werken digitaal aanwezig: door 'magische vensters' worden de lacunes ingevuld.

Noodoplossing

Toen het Paleis nog het stadhuis van Amsterdam was, werden in de Krijgszalen vergaderingen gehouden van de schutterijen, de burgermilities die de stad beschermden. De Grote Krijgszaal is het op een na grootste vertrek van het gebouw, omdat er anders geen plek was voor alle 170 officieren die mochten meepraten.

Volgens Hoofd Tentoonstellingen Marianna van der Zwaag waren de meesterwerken eigenlijk een noodoplossing. "Het was eerst de bedoeling om de zaal rijk te versieren met ornamenten, maar daar bleek geen geld meer voor te zijn. Toen hebben ze maar de schilderijen uit de verschillende verenigingsgebouwen in de zalen gehangen."

Nachtwacht afgeknipt

Hoe provisorisch die indeling ging, blijkt wel uit hoe er met De Nachtwacht werd omgegaan: omdat het werk niet tussen twee deuren in de Kleine Krijgsraadzaal paste, werden er aan alle kanten stukken afgeknipt.

Er was wel genoeg plaats geweest voor De Nachtwacht in de Grote Krijgsraadzaal, maar het werk van Rembrandt gold toen nog niet als het topstuk van de collectie. Men hing er liever twee enorme werken van Van der Helst.

In die tijd stond het werk van Van der Helst namelijk hoger in aanzien, vooral omdat hij zo mooi stoffen kon schilderen, de lakmoesproef voor schilders toen. Van der Zwaag: "Pas in de 19de eeuw gingen ze de compositie en licht-donkerverhoudingen van Rembrandt meer waarderen".

Atelier

Toen koning Lodewijk in 1808 zijn intrek nam in het gebouw, gebruikte hij de zalen voor zijn Koninklijk Museum, waar hij de topstukken van de Nederlandse schilderkunst bijeenbracht. Sinds koning Willem I het museum in 1817 naar een eigen gebouw had laten overbrengen, de start van het Rijksmuseum, was het publiek niet meer welkom op de derde etage.

Voortaan werd de grote zaal voor ontvangsten gebruikt. In de Kleine Krijgsraadzaal, de plek waar ooit De Nachtwacht was versneden, leverde Wilhelmina haar eigen bescheiden bijdrage aan de Nederlandse schilderkunst: het vertrek werd na haar troonsafstand omgebouwd tot schilderatelier.

De tentoonstelling 'In All Their Glory' is van 21 juni tot en met 31 augustus 2014 te bezichtigen.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl