NOS NieuwsAangepast

Nederlander hielp D-day te slagen

Door onze verslaggever Jeroen Wielaert

Er zijn geen Nederlandse soldaten gevallen op de stranden van Normandië, die vroege ochtend van 6 juni 1944. Toch is er een behoorlijk Nederlands aandeel geweest in de bevrijding van West-Europa.

Acht van die Nederlandse veteranen, die destijds werden ingezet bij de Nederlandse Militaire Luchtvaartdienst, zijn in staat om vandaag de zeventigste herdenking bij te wonen in Arromanches en Ouistreham, twee legendarische namen uit de geschiedschrijving van D-day. Eén is vliegtuigmonteur Camille Stritzko. Hij was ten tijde van de invasie werkzaam op een vliegbasis ten zuiden van Londen, 18 jaar oud.

Duizenden lichtjes in de lucht

Stritzko kwam in het verre Indië al heel jong bij de Nederlandse marine. Het was nog voor de Japanse inval in de toenmalige kolonie. Zo kon hij met heel wat andere Indische jongemannen ontkomen naar Engeland. Stritzko werd monteur bij het 320-ste squadron van de Royal Dutch Naval Air Service. Hij hield zich voornamelijk bezig met het onderhoud aan Mitchell bommenwerpers. Als lid van het grondpersoneel vocht hij nimmer mee, maar was toch volop bezig met het oorlogsbedrijf.

De 88-jarige veteraan heeft een levendige herinnering aan de invasie. Inclusief de onzekerheid over die dag waarop die ging plaatsvinden, D-day. Hij zegt: "Je voelde wel de spanning. De hoge chef zal het wel geweten hebben, maar wij wisten nog van niks. We moesten de avond ervoor witte stroken verven op de vliegtuigen, zodat de vliegers elkaar konden herkennen. Tegen de ochtend zag ik duizenden lichtjes in de lucht. Dat waren de Dakota's met daarachter de zweefvliegtuigen waar de troepen in zaten, de soldaten die achter de linies werden gedropt."

Maatjes die wegbleven

Vreemde beleving, om daar zo ver vandaan te zitten, aan de overkant van de Noordzee.

"Ja, je wist niet precies hoe het verliep. Het was wel spannend natuurlijk, maar voor de rest hebben we het niet direct meegemaakt. We zagen het Journaal, de films erover, dat het zwaar en moeilijk was, vooral bij die hoge rotsen. Voor de rest was het afwachten. Er kwamen natuurlijk vluchten terug, maar die officieren, vliegers en en onderofficieren gingen gelijk na thuiskomst naar hun eigen mess. Wij, de manschappen, de minderen, hadden niet veel contact met hen. Zij zaten zelf ook maar in de lucht, hebben zelf ook de landingen niet meegemaakt. Ze deden wat ze al weken lang deden: het bombarderen van bruggen en toegangswegen in voorbereiding op de invasie."

Hij had al genoeg collega's verloren. "De jaren ervoor al. Maatjes die wegbleven van vluchten. Ik heb er veel, veel verloren, helaas."

Stritzko kwam zelf pas aan wal in Europa na de zwaarste gevechten. "Natuurlijk konden wij pas weken later oversteken. De eerste troepen moesten eerst het land en de vliegvelden vrij maken."

Weinig heroïek

In de herfst van 1944 ging hij aan de slag bij Brussel, op het vliegveld Zaventem. Hij heeft nog een foto van een defect Duits vliegtuig dat daar was achter gebleven. In Brussel zelf moesten ze gewapend de stad in als ze zich gingen ontspannen. Op 1 januari 1945 kwam er een laatste aanval van Duitse jagers. Ze schoten op de kapotte Mitchell, acht meter van Stritzko vandaan. Het had allemaal heel weinig te maken met oorlogsheroïek. Hij zegt: "Je deed je werk: die vliegtuigen gereed maken."

Door de uitnodiging voor de herdenking komt hij voor het eerst direct in Normandië. Hij was het al eerder van plan met een oudere broer, maar daar kwam niets van. Hij is blij dat hij alsnog is uitgenodigd, maar bij het afreizen heeft hij wel zijn bedenkingen.

"Ik vind het jammer dat Nederland nu pas aan dit soort dingen begint", zegt Stritzko. "Veel van mijn maatjes hebben hier niets meer aan, zijn al verdwenen. Die erkenning, die interesse, dat bedoel ik. In Nederland is het pas begonnen met het instituut voor veteranen van jongens en meisjes die meededen aan acties voor de Verenigde Naties. Ik denk aan mijn maatjes die er niet meer zijn. Ik heb mijn korreltje gruis bijgedragen aan de bevrijding. Dat is mooi, maar mijn maatjes zijn er niet meer. Dat is nu eenmaal zo. Over een poos is er helemaal niemand meer. Old soldiers never die, they just fade away. Dat is het."

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl