"Geen garantie eerlijk proces Ali A."

Ali A. is opgepakt in Marokko. Hij is een van de hoofdverdachten van de gewelddadige overval op een gelddepot van Brinks in Amsterdam, drie jaar geleden. Vervolging in Nederland is lastig, want "Marokko levert zijn onderdanen niet uit", zegt internationaal strafrechtadvocaat Geert-Jan Knoops in het NOS Radio 1 Journaal. "Maar er is een verdrag waarin afspraken zijn gemaakt over het overdragen van een Nederlandse strafzaak aan Marokko."

Hoe start Nederland zo'n zaak in Marokko?

"Het Openbaar Ministerie kan Ali A. niet zomaar in Nederland vervolgen, want de verdachte is er niet. Het is een Nederlandse strafzaak die zich helemaal hier heeft afgespeeld. Het delict is hier gepleegd, het bewijsmateriaal is hier verzameld. Voor dit soort zaken is dat verdrag er, zodat de Nederlandse officier van justitie de zaak kan overdragen aan Marokko. Iemand kan dan toch vervolgd worden."

Is dat niet lastig als het onderzoek hier is gedaan?

"Dat is een van de risico's dat het OM neemt. De officier heeft geen andere keuze, anders zitten ze met een strafzaak die ze niet kunnen afhandelen. Maar je legt het lot van een verdachte in handen van een ander land. En dat land kan een andere visie hebben op de manier waarop het bewijs is verzameld. Dat is de consequentie van het verdrag. Het wordt een Marokkaanse strafzaak die volgens het Marokkaanse strafrecht wordt afgedaan."

Is er veel verschil tussen het Marokkaanse en Nederlandse strafrecht?

"De regels voor het verzamelen van bewijs verschillen niet echt, maar het kan zo zijn dat Marokkaanse rechters anders oordelen over de bewijsgaring. Voor de verdachte is het moeilijker om voor zijn verdediging getuigen in de Marokkaanse rechtszaal te krijgen. In Nederland zou dat een stuk makkelijker zijn geweest. Je kunt ook niet goed beoordelen of er de garantie is van een eerlijk proces, want er zijn nog niet veel van deze zaken op deze manier gedaan."