Waarom lopen Afrikanen zo hard?
Het is voor liefhebbers van de marathon smullen morgen. Om half elf start de marathon van Rotterdam, om elf uur die van Londen. De favorieten komen allemaal uit Oost-Afrika, zoals bij vrijwel iedere marathon.
In Rotterdam wordt veel verwacht van de Kenianen Eliud Kipchoge, Bernard Koech en Bernard Kipyego. In Londen gaat de strijd tussen de Brit met Somalische roots Mo Farah, de Keniaan Wilson Kipsang en de Ethiopiër Tsegay Kebede. En ook bij de vrouwen zijn de Oost-Afrikaansen favoriet.
Naar de oorzaak van de Afrikaanse overheersing is al menig onderzoek gedaan. Wie de kaart van Afrika bekijkt, ziet dat de toppers uit een relatief klein deel van Afrika komen.
Atletenmanager Pieter Langerhorst heeft samen met zijn vrouw, topatlete Lornah Kiplagat, sinds enkele jaren een trainingscentrum in het Keniaanse Iten. "Vaak denken mensen dat iedereen in Kenia hard kan lopen. Maar dat is niet zo. De echt goeie atleten komen van een paar stammen, zoals de Kalenjin."
Miljoenen aan onderzoek
Een op de tien Kenianen maakt deel uit van die stam, maar onder de hardlopers behoort driekwart tot de Kalenjin. Tientallen onderzoeken zijn er al verricht om erachter te komen wat de Afrikaanse lopers zo goed maakt. Zijn het de spieren, de pezen of toch het leven op hoogte?
Ook bij Langerhorst kloppen de onderzoekers aan. "Er worden miljoenen dollars uitgegeven aan die onderzoeken. We doen er vrijwel nooit aan mee. Het brengt alleen maar onrust en ze vinden vrijwel nooit iets. Ik geloof niet zo in goede hardloopgenen. Ik denk dat het eerder ligt aan de maatschappelijke omstandigheden."
"Voor Kenianen, maar ook voor de Ethiopiërs is hardlopen een manier om je vanuit de armoede omhoog te werken. In Europa kies je eerder voor een studie als je maatschappelijk succes nastreeft. Mijn beste vriend in Kenia is arts, die verdient 350 euro per maand. Hardlopen is veel lucratiever. Red je het als atleet, dan verdien je voor Afrikaanse begrippen heel veel geld."
Voorsprong
En volgens de kenner van de Afrikaanse atletiek zit hardlopen veel Kenianen in het bloed. "Zoals een Nederlander leert fietsen en alles op de fiets doet, zo lopen Kenianen vaak en ver. De basis is dus goed."
"Uit een onderzoek blijkt dat Kenianen gemiddeld al meer dan 15.000 kilometer hebben hardgelopen voordat ze überhaupt aan een serieuze atletiektraining beginnen. Een enorme voorsprong op hun Europese concurrenten dus. Ze kunnen direct aan technische training beginnen, de basis ligt er al."
En zegt Langerhorst, ze trainen slim. "Europeanen trainen vaak te veel. Afrikanen zijn veel relaxter en werken meer samen. Ik ben nu in Londen en zag net dat de drie grote kanshebbers voor de overwinning samen trainen. Ze weten dat je elkaar sterker maakt. Dat zul je Europeanen niet zo snel zien doen, die zijn toch wat meer op zichzelf."
Deens onderzoek
Ook de bondsarts van de Nederlandse Atletiekunie John IJzerman zegt nog geen bewijs te hebben gezien dat een andere fysiek een verklaring is voor het succes. "Er is een beroemd Deens onderzoek dat zegt dat het ligt aan de omvang van het kuitbeen. Maar sluitend is die verklaring niet. Natuurlijk zijn er wel factoren waardoor iemand geschikt kan zijn voor het lopen van marathons. Maar dan heb je het over een combinatie van lichamelijke kenmerken."
"Je moet tenger gebouwd zijn maar wel een goede spiermassa hebben. Ik vergelijk het wel eens met een auto. Een goede marathonloper heeft een lichte carosserie, lichte botten dus, met een goede motor, de spiermassa en een goede pomp, het hart. Ethiopiërs en Kenianen hebben vaker van nature de goede bouw."
"Maar ook iemand als Khalid Choukoud, de Nederlander met Marokkaanse roots heeft het juiste lichaam voor de sport. Hij maakt morgen zijn marathondebuut tijdens de marathon van Rotterdam. En zelfs een Europeaan kan de juiste bouw hebben. Paula Radcliffe is op en top Brits, maar zij is wel nog steeds de wereldrecordhoudster op de marathon."
IJzerman gelooft ook dat de maatschappelijke omstandigheden de sleutel zijn tot het Afrikaanse loopsucces. "Ze zijn gewend af te zien. Je moet mentaal heel sterk zijn voor de marathon. En er is natuurlijk het verschil in aantallen atleten. Hier in Europa heb je veel meer keuze, jongeren kiezen minder vaak voor atletiek. Als je ziet hoeveel goede Kenianen zich per jaar aanmelden bij de diverse trainingscentra, dat is enorm. Daar zitten dan al snel één of twee toptalenten bij."
Toekomst
Het reservoir aan goede Afrikaanse atleten lijkt nooit stil te vallen. Voor de Spelen in Londen voldeden 278 Kenianen aan de limiet van het IOC. Slechts drie Kenianen verschenen aan de start. Abel Kirui eindigde als tweede, Wilson Kipsang als derde. De Oegandees Stephen Kiprotich won.
Nederland had bij de vrouwen twee deelnemers aan de marathon. Hilda Kibet en Lornah Kiplagat zijn geboren in Kenia en allebei afkomstig van de Kalenjin-stam.
De Nederlandse atletiekbond probeert wel om de kans op toekomstig succes groter te maken. Talentvolle atleten van een jaar of vijftien worden sinds een paar jaar gescreend. Is het lichaam meer geschikt voor de korte, de middellange of juist de lange afstanden?
Volgens IJzerman is de juiste lichaamsbouw geen garantie op succes, maar op die manier probeert de bond wel zo veel mogelijk blessures te voorkomen.
"We doen het om teleurstellingen te voorkomen. Als je de juiste afstand loopt, heb je minder kans op klachten. Maar er zijn natuurlijk altijd uitzonderingen. Gerard Nijboer had totaal niet de bouw van een marathonloper, maar hij is wel de man die namens Nederland zilver behaalde op de Olympische Spelen. Zo zie je maar: genen zeggen echt niet alles. "