Meer mbo'ers als gezel in de leer

Meer opleidingen in het middelbaar beroepsonderwijs krijgen praktijklessen, gebaseerd op het 'meester-gezel-model'. Minister Bussemaker wil de 'meester-gezel-methode' uitbreiden en steeds meer leerlingen zullen ermee te maken krijgen.

Niet alleen in de opleiding tot smid, schoorsteenveger of banketbakker zijn ambachtelijke vaardigheden van belang, ook voor andere opleidingen moet de nadruk meer op de praktijk komen te liggen, vindt Bussemaker.

"Als je balkon stuk is, dan wil je een goede loodgieter. En als je schoenen stuk zijn, dan wil je een goede schoenmaker die weet wat er moet gebeuren. We lijken de waardering voor dit soort ambachten soms een beetje te zijn kwijtgeraakt. Ik wil dat belangrijke imago onderstrepen: we kunnen niet zonder vakmensen op mbo-niveau."

Middeleeuws succes

"Het meester-gezelprincipe wordt sinds de Middeleeuwen succesvol gehanteerd om kennis over te dragen. Wel moet het oude model in een modern jasje gestoken worden met meer interactiviteit en minder hiërarchie" , aldus Bussemaker. "De meestertitel maakt vakmanschap zichtbaar en jongeren zien dat ze met een mbo-diploma op zak kunnen doorgroeien."

Het idee komt voort uit een mbo-tour die de minister het afgelopen jaar heeft gemaakt. "Tijdens die tour werd duidelijk dat er bij mbo-leerlingen de behoefte is om echt vakwerk te leren zodat ze later meer kunnen doorgroeien", aldus minister Bussemaker.

De meester-gezel-methode maakt deel uit van het Excellentie Project van het ministerie van Onderwijs, waarvoor structureel 25 miljoen euro beschikbaar is. Daarnaast wordt er een beroep gedaan op werkgevers. "Ik ben dan ook heel blij dat het midden- en klein bedrijf al positief heeft gereageerd", zegt Bussemaker.