Carnaval nog altijd populair

Het aantal carnavalsverenigingen in het zuiden van het land is de laatste decennia flink toegenomen. In Limburg en Noord-Brabant zijn tientallen nieuwe verenigingen ontstaan, de een wat serieuzer dan de andere. Dat zegt Theo Fransen, socioloog en zelfverklaard carnavaloog.

Opvallend is volgens de carnavalsprofessor dat deze nieuwe carnavalsverenigingen vooral ontstaan in zogenaamde kleine kernen. In dorpen en gehuchten leeft volgens hem nog een groot gevoel van eigen identiteit en dat zou een verklaring kunnen zijn van de toename van het verenigingsverband.

Daling in het noorden

De situatie in het noorden van het land is anders. Groningen en Friesland lieten de afgelopen decennia juist een daling zien. Zo ging in Groningen het aantal verenigingen van eenendertig naar acht. Friesland kende ooit een kleine dertig carnavalsverenigingen waarvan er nu nog maar tien over zijn.

Maar, zo zegt Fransen, deze verenigingen hebben wel een kwaliteitssprong gemaakt. Ze organiseren bijvoorbeeld grote optochten waar duizenden toeschouwers op afkomen. Dat is onder meer het geval in Oldeclooster en Kloostewieke.

Alleen serieuze verenigingen

Volgens Fransen bestaan in Nederland zeker 2400 carnavalsverenigingen. Voor zijn onderzoek richtte hij zich op de meest serieuze. Hij bekeek alleen verenigingen die ingeschreven staan bij de Kamer van Koophandel, zelf een optocht organiseren of een prins en een Raad van Elf hebben. Deze verenigingen kregen een vragenlijst toegestuurd. De gegevens vergeleek Fransen met de cijfers die hij eerder gebruikte voor 'Alaaf', zijn boek over het carnaval dat in 1982 uitkwam.

Carnavaloog Theo Fransen gebruikt zijn nieuwe onderzoeksgegevens voor een carnavalsboek dat later dit jaar zal verschijnen. Uiteraard is dat gepland op de elfde van de elfde.