Staatssteun spekt de staatskas
Door economie-redacteur André Meinema
Sinds het najaar van 2008, toen de financiële crisis in alle hevigheid losbarstte, heeft de Nederlandse staat banken en andere financiële instellingen genationaliseerd, met miljarden gesteund, risicovolle beleggingen op de schouders genomen en kredieten gegarandeerd.
Bij twee (of eigenlijk drie) banken heeft de staat de volledige zeggenschap, te weten bij ABN Amro en bij de in ABN Amro opgegane Fortis Bank Nederland, en sinds een jaar bij SNS Reaal. Bij twee andere financiële instellingen is de staat met miljarden bijgesprongen.
Prijskaartje
De totale kosten van al die steunoperaties bedragen 46,4 miljard euro. Inmiddels is daarvan 17,5 miljard euro teruggevloeid naar de schatkist.
Verzekeraar Aegon heeft inmiddels de drie miljard euro staatssteun terugbetaald, maar moest daar flink voor betalen. Bovenop de drie miljard kwam 1,1 miljard euro aan boetepremie en rente. Een rendement voor de staat van ongeveer 13 procent per jaar.
ING heeft het grootste deel van de 10 miljard euro steun terugbetaald met boete en rente. Er rest nog een plukje van 2,25 miljard euro die uiterlijk in 2015 wordt betaald. ING betaalt uiteindelijk 3,55 miljard euro voor de ontvangen steun. Dat betekent een jaarlijks rendement voor de staat van 12,5 procent.
SNS Reaal kreeg eind 2008 ook staatssteun, zij het een bescheiden 750 miljoen euro. Daarvan werd in 2009 135 miljoen afgelost, maar daar bleef het bij. Vorig jaar werd SNS Reaal alsnog genationaliseerd en is de rest van de aflossing, 848 miljoen euro, voor rekening van de staat.
Risico
In januari verloste de staat ING van een problematische Amerikaanse hypotheekportefeuille ter waarde van 27,7 miljard euro. Het risico werd voor 80 procent overgenomen, in ruil waarvoor ING de staat een vergoeding betaalde.
De verkoop van de hele portefeuille levert de staat na aftrek van alle kosten en bijdragen van ING 1,4 miljard euro op. Blijkbaar viel het met die rommelhypotheken uiteindelijk reuze mee.
Staatsbanken
Voor het nationaliseren van banken moest de staat diep in de buidel tasten en miljarden bijlenen op de kapitaalmarkten. Ze duwden de staatsschuld omhoog. En over schuld moet rente worden betaald.
De nationalisatie van ABN Amro (inclusief Fortis Bank Nederland en Fortis Verzekeringen ASR) kostte in totaal 27,96 miljard euro, exclusief rentekosten en winstuitkeringen. Het prijskaartje voor alleen ABN Amro bedraagt 21,66 miljard euro. Een beursgang moet dus minstens zoveel opbrengen wil de staat uit de kosten zijn.
Voor de nationalisatie van SNS Reaal moest de staat 3,7 miljard euro neertellen. Met de niet terugbetaalde staatssteun komt er nog 850 miljoen euro bij. Een verkoop of beursgang van de bank en verzekeraar moet dus minstens 4,5 miljard euro opleveren.
Profijt
De staat verdient wel degelijk aan al die staatssteun. Het profijt bedraagt inmiddels 6,1 miljard euro. Dat is inclusief de verkoop van de Alt-A-hypotheekportefeuille van ING.
De boetepremie en de rente die de staat vraagt komen ongeveer overeen met de rente die we betalen bij roodstand met een creditcard of bij een consumptief krediet, dus zo'n 15 procent.
Wat staat er nog uit?
De overheid heeft nog 28,5 miljard tegoed door de verkoop van banken en het terugbetalen van de staatssteun. ING moet nog 2,25 miljard terugbetalen, waarvan 1,5 miljard staatssteun en 750 miljoen aan boete en rente. ABN Amro staat nog voor 21,7 miljard in de boeken en SNS Reaal voor 4,55 miljard.
De Staat betaalt rente over al die uitgeleende miljarden, maar krijgt ook dividend, een winstuitkering, en vergoedingen voor de kredietgarantstellingen. Dat is samen goed voor minstens een paar honderd miljoen euro per jaar, afhankelijk van hoe goed de banken draaien.