Verborgen kosten beleggen weg
Per 1 januari betalen de ongeveer een miljoen Nederlandse beleggers alleen nog direct aan banken, beleggingsadviseurs en vermogensbeheerders voor advies, beheer en het uitvoeren van orders. Indirecte betalingen via provisies worden dan verboden.
Voor veel beleggers zal het flink schrikken zijn als zij de nieuwe factuur op de mat zien vallen. In veel gevallen gaan de kosten van beleggingsadviezen omhoog.
Banken, beleggingsadviseurs en vermogensbeheerders krijgen nu een groot deel van hun inkomsten via provisies. Dat zijn betalingen die zij ontvangen van aanbieders van beleggingsfondsen en uitvoerders van beleggingstransacties.
Vooral kleine vermogensbeheerders zijn erg afhankelijk van provisies, vaak voor 20 tot 40 procent. Sommige beheerders krijgen zelfs 60 procent van hun inkomsten uit provisies.
Eigenbelang
Door deze afhankelijkheid worden de financiële adviseurs gestimuleerd om niet in het belang van de klant, maar in hun eigen financiële belang te handelen. Hoe meer hun klanten inleggen in bepaalde fondsen, des te hoger de provisie die zij krijgen. En hoe meer transacties ze laten uitvoeren voor de klant, hoe hoger hun vergoeding van de broker, de partij die de orders daadwerkelijk uitvoert.
Per 1 januari geldt een verbod op provisies. Financiële instellingen krijgen dan alleen nog directe betalingen van klanten. Voor hen wordt op die manier inzichtelijk wat ze daadwerkelijk betalen voor beleggingsdienstverlening en kunnen ze makkelijker een vergelijking maken tussen verschillende aanbieders, is de gedachte.
Hogere tarieven
Gevolg is wel dat de tarieven die zij rechtstreeks betalen aan hun dienstverlener veranderen en in de meeste gevallen ook omhoog gaan. Op die manier houden de dienstverleners hun inkomsten op peil.
Per saldo is het de bedoeling dat beleggers ongeveer hetzelfde betalen als voorheen, maar voor veel beleggers is het flink schrikken. In het geval van een klant van Van Lanschot Bankiers schiet de rekening omhoog van 300 nu naar 1200 euro volgend jaar.
VEB: lastige vergelijking
Beleggersvereniging VEB is blij dat er een einde komt aan de onzichtbare kosten. Wel waarschuwt de VEB voor negatieve neveneffecten. Zo wordt een vergelijking tussen de aanbieders juist moeilijker, denkt de VEB. Sommige banken en vermogensbeheerders kiezen voor een hoger basistarief en lagere kosten per transactie, terwijl anderen een laag basistarief en hoge transactiekosten hanteren.
Ook binnen een bank zijn er vaak nog heel veel verschillende vormen van dienstverlening waaraan verschillende prijskaartjes hangen. Daarom pleit de VEB voor een betere vergelijkbaarheid door de totale kosten van een product in de toekomst inzichtelijk te maken.