NOS NieuwsAangepast

Kenners tegen criminele infiltranten

door redacteur politie en justitie Ilan Sluis

Het is sinds de IRT-affaire uit de jaren '90 'not done', de criminele burgerinfiltrant. Het kabinet wil het bijzondere opsporingsmiddel onder voorwaarden weer toestaan. Ervaringsdeskundigen zijn tegen.

Klaas Langendoen verwierf faam in Nederland door met een integraalhelm op voor de rechter te verschijnen. Maar eigenlijk was zijn naam daarvoor al een begrip, samen met die van zijn partner Joost van den Vondel. Zij werden 'het koningskoppel' genoemd in de IRT-affaire. Ze waren rechercheurs van politiekorps Kennemerland, nu opgegaan in eenheid Noord-Holland van de Nationale Politie.

Zij runden burgerinformanten die onder hun regie tienduizenden kilo's softdrugs Nederland binnenhaalden, de zogenoemde Delta-methode. Totdat het mis ging, het IRT-team werd ontbonden en Langendoen en Van den Vondel de zwarte piet kregen toegespeeld.

"Risico's te groot"

Langendoen is duidelijk over het plan van minister Opstelten van Veiligheid en Justitie: "Niet doen. De risico's zijn te groot. We dachten toen dat het kon, dat we de identiteit van betrokken informanten en politiemensen konden afschermen. Het bleek een misvatting", zegt hij nu.

Juist een van de voorwaarden die Opstelten nu noemt, is een groot risico, schat Langendoen in. Opstelten wil dat er een toetsing is door een rechter-commissaris. "Maar juist dan wordt de identiteit van criminelen bekend binnen justitie. De rechter-commissaris, parketsecretarissen, de groep wordt gewoon te groot. Bovendien, van de criminele burgerinfiltranten waarmee je zaken doet, weet je nooit wat je kunt verwachten. Het zijn gewoon geen politiemensen."

"Grote problemen"

Oud-korpschef van Amsterdam Eric Nordholt uit zich in soortgelijke termijn. Nordholt trok in '93 de stekker uit het IRT-team. "Onverstandig en onverantwoord", zegt hij over het plan van Opstelten. "Theoretisch klinkt het als een goed plan. Maar de praktijk is nu eenmaal anders. De betrokkenen, niet alleen de ingezette criminelen, maar ook de politiemensen, komen in grote problemen door dit soort methodes."

Het verbaast Nordholt dat juist Opstelten komt met dit plan. "Hij was tijdens de hele IRT-affaire burgemeester van Utrecht en korpsbeheerder van het korps dat onder meer verantwoordelijk was voor het IRT-team. Hij heeft van dichtbij gezien wat het voor gevolgen heeft gehad. Tot hoog in de organisatie van politie en justitie. Bijvoorbeeld het overplaatsen van korpschef Jan Wiarda. Het lijkt wel of Opstelten de geschiedenis nu uitvlakt en zegt: wat toen gebeurd is, is niet meer belangrijk. Mijn stelling is: dit moeten we nooit meer doen, onder geen enkele voorwaarde."

Niet alleen betrokkenen van de kant van de politie zien niets in het plan van Opstelten. Ook een oud-infiltrant liet vandaag weten dat hij niet denkt dat justitie de infiltranten iets te bieden heeft.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl