Het asielzoekerskind leest Plato
Door verslaggever Pauline Broekema
Het AZC Katwijk is het zevende adres van Emin. Ter Apel, Wijchen, Nijmegen, Rheden, Arnhem, Aalten en ten slotte het asielzoekercentrum aan de Zuid-Hollandse kust.
Zijn ouders vluchtten dertien jaar geleden uit Azerbeidzjan. Hij herinnert zich alleen nog dat het spannend was en dat hij dagenlang wagenziek was. En daarna volgde de onzekerheid, of ze mochten blijven.
Sigaretje
Vandaag vroegen Unicef en Defence for Children aandacht voor de effecten van dat vele verhuizen op kinderen in asielzoekerscentra.
"Je bouwt als kind een muurtje om je heen en gaat er stilletjes achter zitten", vertelt Emin. Dat gebeurde hem na de eerste verhuizing al, van Ter Apel naar Wijchen. Toch bloeide hij na verloop van tijd weer op. "Ik werd een vrolijk kind."
"Een AZC", vertelt hij, "is een dorp. Al die nationaliteiten bij elkaar. Iedereen met zijn eigenaardigheden. Samen voetballen. Bomen klimmen. De jongen uit Eritrea die altijd, weer of geen weer, op blote voeten liep. Met een groep vriendjes het bos in, stiekem een sigaretje roken."
"Liepen we anderhalve kilometer, ver weg van onze ouders. Hadden we de aansteker vergeten... Ach Wijchen. Het leek alsof de zon er altijd scheen."
Rottigheid
In zijn herinnering moesten ze van de ene op de andere dag naar Nijmegen. Van een dorp naar de grote stad. In Wijchen zat hij op school. "Dat was fijn, een school buiten het AZC."
In Nijmegen belandde hij tussen de hangjongeren. Vier maanden geen onderwijs en wonen in een gebouw als een blokkendoos, in de herrie en tussen de vechtpartijen. Hij ging roken; begon met blowen.
"Ik was geen leuke puber." Het kattenkwaad dat hij uithaalde in het vorige AZC werd rottigheid. Een akelige tijd die hij te boven kwam. Aan het verdriet dat hij zijn ouders aandeed, wil hij liever niet meer denken.
Na een celstraf kwam hij tot inkeer. Zeker toen hem werd uitgelegd dat de familie door hem geen verblijfsvergunning zou krijgen. "Terwijl mijn ouders juist voor mij en mijn zusje waren gevlucht. Vreselijk."
Filosofie
Rheden, Arnhem... Je krijgt moeite je te hechten, weet hij. Toch brak de zon weer door. in Aalten. Hij praat even in Achterhoekse tongval. Daar werd hij weer gelukkig.
Het waren de mensen, het levensritme en zijn bestaan dat langzamerhand zin kreeg. Een opleiding aan het Graafschap College, MBO Sport en Bewegen, het trainingspak met logo draagt hij met trots.
Katwijk is de laatste stop. "Binnenkort is het AZC-boek uit", besluit hij. Het gezin heeft een verblijfsvergunning gekregen en verhuist naar een woning in Den Bosch.
Brabant? Prima. Eigenlijk maakt het hem niet meer uit waar hij woont, want hij wil reizen, naar de Verenigde Staten en Japan. En hij wil verder met zijn opleiding. Op dit moment heeft hij vakantie en leest veel, vooral filosofie.
Plato leest hij, iedere dag, na het ontbijt een paar pagina's. De Dialogen. Vaak moet hij herlezen, maar hij komt er wel doorheen. De keuzes die een mens kan maken fascineren hem.
De uil
We lopen een stuk langs de vloedlijn. Hij zal het strand en de branding missen. Vaak ging hij hier lopen langs de zee. Zijn hoofd leegmaken. Lekker denken, in zijn eentje. Als kind deed hij dat al. Daarom noemden ze hem in de familie "de uil". Nog steeds, trouwens.
"Hoe gaat het met de uil?" vragen ze dan. Tegenwoordig is het antwoord steeds hetzelfde. Hij heeft er hard voor moeten werken, maar de uil maakt het heel goed.