Sneller hogere aanvullende beurs

Studenten van wie de ouders er in inkomen op achteruit gaan, komen sneller in aanmerking voor een hogere aanvullende beurs. Dat staat in het wetsvoorstel van minister Bussemaker, waarin het leenstelsel van studenten wordt geregeld.

Eerder moesten de studenten aantonen dat de achteruitgang minstens drie jaar aanhield. Na invoering van de wet kunnen de studenten al een aanvullende beurs krijgen als ze laten zien dat de daling zich het afgelopen jaar heeft voorgedaan.

Handreiking

Bussemaker wil met de versoepeling inspelen op het groeiende aantal zzp'ers met schommelende inkomsten. De aanpassing wordt ook gezien als een handreiking aan D66 en GroenLinks, die zeer kritisch zijn over het leenstelsel. Die partijen heeft het kabinet nodig voor een meerderheid in de Eerste Kamer. Maar beide partijen blijven ook na de aanpassingen het leenstelsel in deze vorm afwijzen.

De hoofdlijnen van het leenstelsel waren al langer bekend. Het kabinet wil het in de masterfase invoeren in 2014, in de bachelorfase in 2015. Vanaf 2014 kunnen studenten die aan de masterfase beginnen in principe geen basisbeurs meer krijgen, maar ze kunnen het bedrag lenen tegen een rente van 0,6 procent.

Bij studenten die een masteropleiding volgen in maatschappelijke belangrijke sectoren kan een deel van de studieschuld worden kwijtgescholden.