Volkskrant mailt met Syriëgangers

Nederlandse jihadisten hebben de afgelopen week felle strijd geleverd in Syrië. Dat meldt iemand met de naam Abu Fidaa, die zich in e-mails met de Volkskrant opwerpt als woordvoerder van de Nederlandse jihadisten in Syrië.

De krant heeft tussen 26 mei en 12 juni diverse e-mails en sms'jes ontvangen van Fidaa. Afgelopen maandag stuurde hij naar de krant: "Excuses voor de late reactie, het is hier heftig de laatste dagen."

Integratie

Fidaa schrijft in de e-mails dat hij en zijn medestrijders denken dat de cijfers van 100 tot 150 Nederlandse strijders in Syrië kloppen. "We zijn verdeeld over meerdere verblijfplaatsen, zitten bij broeders uit andere landen om de integratie te bevorderen." Hij heeft het onder meer over "broeders uit België, Duitsland, Canadezen en Russen".

Twee Nederlandse strijders zijn tot nu toe om het leven gekomen. Fidaa zegt dat in maart "broeders Mourad en Yasin als martelaren zijn gesneuveld bij een veldslag om een grote legerbasis".

Kosten

De jihadisten hebben zelf voor hun reis naar Syrië betaald. "De kosten voor een vliegticket, hotel en taxi zijn hooguit een paar honderd euro. Verder is het leven hier zeer goedkoop", schrijft Fidaa. "We krijgen een goed maandelijks bedrag en wanneer je meedoet aan een veldslag krijg je meestal een deel van de oorlogsbuit."

In de e-mails staan volgens de krant ook wereldpolitieke beschouwingen, fragmenten uit de islamitische geschiedenis en citaten uit de Koran. Fidaa vindt bijvoorbeeld de kritiek van het Westen op de islamitische groepering al-Nusra onterecht. "Verbazingwekkend harteloos is het te zien hoe het Westen zich zorgen maakt om de politieke invloed van deze strijdgroepen. De ruim 100.000 Syrische doden laat hun koud."

Eenheden

Waar de Nederlandse jihadisten bij zijn aangesloten, wil Fidaa om veiligheidsredenen niet zeggen. Alle verschillende vlaggen waaronder ze strijden, zeggen volgens hem niets. "Je kunt ze eerder zien als eenheden die behoren tot één en hetzelfde islamitische leger."

Fidaa reageert ook op de Nederlandse Syriëganger Jordi de Jong, die bij zijn terugkeer aan Nederland de NOS liet weten weer een normaal leven te willen leiden met zijn vrouw en zijn zoon. De Jong was volgens Fidaa niet betrokken geweest bij de gewapende strijd. "Degenen die hem kennen, weten dat hij hier de persoon niet voor is."

Bewijs

De hoofdredactie van de Volkskrant legt onder het artikel uit waarom ze ervan uitgaat dat de informatie echt uit Syrië afkomstig is. Onder de kop "Hoe weten we zeker dat dit allemaal waar is?" schrijft de hoofdredactie onder meer over foto's die Fidaa vanuit Syrië heeft gestuurd met daarop de tekst "interview Volkskrant 12-06". De foto's waarbij Fidaa of een andere strijder het papiertje in zijn hand heeft, zijn bij het artikel geplaatst.

"Elk afzonderlijk bewijs is niet waterdicht, 100 procent zekerheid is niet haalbaar", schrijft de hoofdredactie. "Maar alle bewijzen bij elkaar zijn voldoende om te concluderen dat het interview is gegeven door de Nederlandse Syriëgangers".