NOS NieuwsAangepast

"Ook poezendiscriminatie in WOII"

Door redacteur Sandra Dijkman Dulkes

Over de Tweede Wereldoorlog is veel gezegd en geschreven, maar hoe poezen in Nederland deze donkere periode hebben beleefd, is nooit uitgebreid aan bod gekomen. Wat waren hun leefomstandigheden, hoe kwamen ze aan eten en kregen raspoezen een voorkeursbehandeling? Journalist Paul Arnoldussen deed er onderzoek naar en schreef het boek: 'Poes in verdrukking en verzet 1940-1945'.

Volgens Arnoldussen was er in de oorlog ook bij poezen sprake van rassenpolitiek. Zo zou bij de distributie van kattenbrokjes onderscheid worden gemaakt tussen raskatten en huiskatten. "Alleen mensen met een raskat kwamen voor voedselbonnen in aanmerking. Als ze twee katten hadden, kregen ze één bon. 'Joodse poezen' kregen niets."

De regel was er vermoedelijk om fokkers van rasdieren in bescherming te nemen, schrijft Arnoldussen.

Muizen

Ook voor bedrijfskatten werd eten beschikbaar gesteld, aldus de schrijver. In een document van het Rijksbureau voor de Voedselvoorziening wordt uitgelegd waarom: "Zij worden gehouden als het beste middel tegen de muizen, die zo gaarne alles wat papier is vernielen of in winkels, pakhuizen enz. zich te goed doen aan onze schaarse levensmiddelen."

In de praktijk zou slechts 1 procent van de kattenbevolking in Nederland profijt hebben gehad van de regel. "Voor de gewone alledaagse poes was er niks, noch voor de alleenstaande raspoes."

'Ironische toon'

Arnoldussen zegt dat zijn boek een knipoog is naar de vele gedetailleerde omslagwerken over de oorlog. "Het moet niet al te serieus worden genomen, maar het is wel leuk."

"Het begon als grapje", vertelt hij. "Maar dat is natuurlijk moeilijk vol te houden als het gaat over katten van Joden die uit hun huis worden gehaald. Het boek heeft een ironische toon, maar ik geloof dat het me wel gelukt is om niet té ironisch te zijn."

Dat neemt niet weg dat hij wel degelijk onderzoek heeft gedaan naar poezen in WOII. "Alles wat in het boek staat klopt", aldus de journalist. Eerder publiceerde hij ook een boek over de horeca in de oorlog.

Kattenmeppers

Hoeveel katten er tussen 1940 en 1945 in Nederland rondliepen, heeft Arnoldussen niet kunnen achterhalen. Hij gokt op een half miljoen. "De poes van toen zal niet veel anders zijn dan de poes van nu, maar we gingen wat anders met hem om. Poezenspeeltjes - namaakmuizen en andere gekkigheid - waren er nog niet." De meeste katten werden gebruikt om muizen te vangen.

De liefde voor het huisdier kwam later, zo rond de jaren 60. In die periode stegen de inkomens en kregen mensen meer tijd voor hobby's en het houden van dieren.

Het is niet duidelijk wat er met de 'oorlogspoezen' is gebeurd. Arnoldussen haalt in zijn boek een citaat aan van de schilder Corneille: "Waar waren de katten in de oorlog? Die waren opgegeten, net als de vogels. Als je een hond op straat zag lopen dacht je: een paar kilo vlees".

De verkoop van honden - en kattenvlees was verboden en zogeheten 'kattenmeppers' moesten voor de rechter verschijnen, maar er was geen houden meer aan, staat in het boek. "Er werd op allerlei plekken hond en kat aangeboden, veelal onder de naam poulet en dan vooral op markten en in winkels die geen slagerijen waren en waar allerlei hygiënische eisen niet konden worden nageleefd." Aan het einde van de oorlog liepen er volgens Corneille nauwelijks nog poezen rond.

De katten werden ook om hun vacht gedood. Om ervoor te zorgen dat haar kat niet zou worden gevangen, maakte een eigenaresse haar dier expres lelijk. "Ze knipte regelmatig hapjes uit zijn vacht om hem tegen kattenmeppers te beschermen", vertelt de schrijver.

Moortje

Arnoldussen achterhaalde tijdens zijn onderzoek wat er in de oorlog moet zijn gebeurd met Moortje, de kat van Anne Frank. Die kwam aanvankelijk terecht bij buren toen Anne en haar familie moesten onderduiken in het Achterhuis. Halverwege 1944 takelde Moortje af en zou ze zijn opgehaald door het asiel, waar ze waarschijnlijk is afgemaakt.

Otto Frank werd bij terugkomst uit het concentratiekamp ingelicht over het lot van de kat. "Ah, het is wel goed, het is wel goed", zei hij volgens Arnoldussen.

'Poes in verdrukking en verzet' verschijnt in twee uitvoeringen: als posteditie voor abonnees van De Poezenkrant (nummer 57) en als gebonden handelseditie (geïllustreerd, 112 pagina's).

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl