Paus in verband gebracht met junta
Jorge Bergoglio maakte carrière in de Argentijnse kerk in de jaren zeventig. Zijn opkomst valt samen met de jaren van de Argentijnse junta, de militaire dictatuur van de jaren 1976-1983.
Bergoglio is de afgelopen jaren een aantal keer in verband gebracht met de junta. De Argentijnse onderzoeksjournalist Horacio Verbitsky beweert dat twee jezuïeten, die door de junta werden ontvoerd en gemarteld, destijds bewust niet door Bergoglio zijn beschermd.
Een van de twee jezuïeten zegt dat Bergoglio hen zelfs actief heeft overgedragen aan de militairen. In 2005, kort voor het vorige conclaaf, werd Bergoglio hiervoor aangeklaagd door een mensenrechtenadvocaat. Bergoglio ontkende en er werd geen bewijs gevonden.
Genade
Bergoglio zelf zei in een interview in 2010 dat hij juist heel veel heeft gedaan om de twee te bevrijden. Zo zou hij de huispriester van de Argentijnse leider Videla hebben overgehaald zich ziek te melden. Daardoor kon Bergoglio zelf het huis van Videla binnenkomen om de mis op te dragen. Daar vroeg hij de dictator om genade voor de mannen.
In hetzelfde interview zei Bergoglio dat hij tijdens de dictatuur geregeld mensen op het terrein van de kerk verstopte. Ook zou hij zijn identiteitsbewijs hebben gegeven aan een man die op hem leek, zodat die uit het land kon ontsnappen.
Baby
Er zijn meer beschuldigingen aan het adres van de nieuwe paus. Bergoglio zou ook te weinig hebben gedaan voor een vrouw wier baby door het regime werd gestolen. Dat gebeurde in die tijd met honderden kinderen. Zij werden aan aanhangers van het regime gegeven.
De vrouw zou Bergoglio om hulp hebben gevraagd toen ze vermoedde dat haar kind zou worden afgepakt. Bergoglio zelf zei in 2010 dat hij niets van de gestolen kinderen afwist.
De Argentijnse bisschoppen hebben in 2012, onder leiding van Bergoglio, collectief excuus aangeboden aan de Argentijnse katholieken. De kerk heeft haar volgelingen in die tijd onvoldoende beschermd, erkenden de bisschoppen.