Goede ogen werden oermens fataal

Zijn bijzonder goede ogen zijn de neanderthaler mogelijk fataal geworden.

Doordat er relatief veel hersencapaciteit nodig was voor het gezichtsvermogen, bleef er minder ruimte over voor complexe hersenactiviteit als sociale contacten, stellen Britse onderzoekers.

De wetenschappers onderzochten 13 schedels van neanderthalers en 32 van de moderne mens. Ze ontdekten dat de oogkassen van de oermens veel groter waren, waaruit ze afleidden dat er ook meer hersenruimte voor was ingericht.

Socialer

De neanderthaler had echter even grote hersenen als de moderne mens en dus minder ruimte voor de frontale kwab. Daarmee worden bijvoorbeeld sociale banden geregeld. De moderne mens was socialer en kon in moeilijke tijden dus makkelijker terugvallen op de kracht van de groep.

De wetenschappers stellen dat de ogen van de neanderthaler groter waren doordat hij zich ontwikkelde in Europa. Daar is het licht minder sterk dan in Afrika, waar de moderne mens evolueerde.