NOS NieuwsAangepast

Amna rest alleen prijswinnende foto

Door correspondent Monique van Hoogstraten in Gaza-Stad

Een foto op internet. Dat is het enige dat Amna Hijazi heeft van de begrafenis van haar twee gedode kinderen en haar gedode man. Een foto die de wereldpers haalde.

De Zweedse fotograaf Paul Hansen won er vorige week de World Press Photo mee: een foto van een begrafenisstoet in Gaza tijdens de oorlog daar in november.

Een groep mannen, met gezichten vertrokken van pijn en woede, perst zich door nauwe steeg met kleurloze betonnen huizen aan beide zijden. In hun armen twee kinderlijkjes. Verderop in de rouwstoet het lijk van een man, hun vader. Ze zijn gedood door een Israëlisch bombardement.

Nieuwsgierig geworden naar wie de moeder van de kinderen is, de weduwe van de man, gaan we naar Gaza. Met twee telefoontjes weten we dat we in Jabalya moeten zijn, het vluchtelingenkamp bij Gaza-Stad - iedereen in Gaza kent de namen van de families die omkwamen in de oorlog. Even later lopen we door diezelfde nauwe steeg, die van de foto.

Shock

Amna Hijazi vinden we niet ver van haar gebombardeerde huis. Ze zit op een stalen bed in een kleurloze kamer met een golfplaten dak. Een gebloemde wollen deken over haar benen. Het is koud in de kale ruimte. Tegen de muren, op kussens op de grond, vier vrouwelijke familieleden.

"Ik zag de foto een paar dagen geleden voor het eerst, een neefje had op internet gezien dat hij een belangrijke prijs had gewonnen", zegt Amna. Ze moest huilen, onbedaarlijk huilen, vertellen de vrouwen om haar heen. Ze raakte in shock.

Amna denkt terug aan de explosie. "We hadden net gegeten, ik zat met een paar kinderen het nieuws te kijken. Mijn man wilde in de andere kamer voetbal gaan kijken zodra hij klaar was met bidden." Toen viel de bom.

Het volgende moment ontwaakte ze, in een ziekenhuis in Egypte. Daar hoorde ze over de dood van haar man en haar twee jonge kinderen. Amna kan sinds het bombardement niet meer lopen. Ze voelt prikkels in haar benen.

Raket

Ze vraagt haar oudste zoon de laptop te halen. "Dat is Sohaib", ze wijst naar het lijkje vooraan rechts op de foto, "en dat is Mohammed." Twee en vier jaar oud waren ze. "Alsof kinderen van die leeftijd een raket kunnen maken", zegt ze.

Haar man Fouad werkte als conciërge op een school. Anderhalf jaar geleden verhuisden ze naar het huis dat nu in puin ligt. Waarom het gebombardeerd werd? "De Israëliers zeggen dat er een smokkeltunnel was, of dat er iemand woonde die doelwit was. Ze zeggen van alles, maar dat moet dan van voor onze tijd zijn geweest, wij zijn onschuldig", zegt Amna.

Vernoemd

Haar zus komt binnen met een andere foto, in een koperkleurige lijst. Een kleurrijke collage: fotootjes van de twee omgekomen kinderen en haar man, tegen de achtergrond van Jeruzalem - en van nóg een kind.

"Mohammed, hij werd gedood tijdens de vorige oorlog, een paar jaar geleden." Toen ze daarna de tweeling kreeg, werd een ervan naar hem vernoemd. De beide Mohammeds staan nu op de herdenkingsfoto.

'Meer horen'

De Zweed Hansen heeft inmiddels contact met haar gezocht. Hij heeft beloofd dat hij op bezoek komt. "Ik hoop dat hij meer foto's heeft. Niemand van ons was bij begrafenis, ook de andere kinderen waren gewond en lagen in het ziekenhuis." Doordat ze er niet bij waren, lijkt het net alsof het niet is gebeurd. De foto is het enige tastbare.

En de graven? Nee, die heeft ze nog niet bezocht, want de begraafplaats is te ver weg - ze kan niet lopen.

"Ik hoop van de fotograaf meer te horen over wat er die dag is gebeurd", zegt Amna. "En ik wil hem bedanken, want door zijn foto kan de wereld zien wat er in Gaza gebeurt."

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl