'Gat in ozonlaag in 10 jaar niet zo klein geweest'
Het gat in de ozonlaag boven Antarctica is in tien jaar niet zo klein geweest. Dat zegt de Europese ruimtevaartorganisatie ESA na metingen van de satelliet MetOp. Volgens ESA is het kleiner worden van het gat te danken aan internationale akkoorden om de ozonlaag te beschermen.
Sinds het begin van de jaren tachtig vormt zich van september tot november een gat in de ozonlaag boven de Zuidpool. Op sommige momenten was de hoeveelheid ozon, die ons beschermt tegen uv-straling, nog maar 70 procent van de normale hoeveelheid. Boven de Noordpool gebeurt dat ook, maar daar is het gat een stuk kleiner. Het gat in de ozonlaag rond het Zuidpoolgebied strekt zich uit tot delen van Zuid-Amerika en Australië.
Het gat is nu kleiner omdat er minder cfk's, ofwel chloorfluorkoolstofverbindingen, in de atmosfeer zitten. Dat zou uit observaties op de lange termijn blijken.
'Belangrijke ontdekking'
Jonathan Shanklin, meteoroloog aan het British Antarctic Survey, was een van de leden van het onderzoeksteam dat in 1985 het gat in de ozonlaag ontdekte. In onderstaande video legt hij uit hoe deze belangrijke ontdekking tot stand kwam en praat hij over het effect van het Montreal Protocol, het internationale akkoord waarin afspraken staan over het terugdringen van ozonvernietigende stoffen:
Nog niet op oude niveau
Zo'n gat in de ozonlaag vind je alleen maar in de poolgebieden, omdat het afbreken van ozon alleen gebeurt bij zeer lage temperaturen. Het gat bij de Zuidpool is groter omdat de temperaturen daar lager zijn dan bij de Noordpool. Dat komt vooral door onregelmatige landmassa's rondom het Noordpoolgebied, waardoor er minder sterke winden ontstaan die rond de poolcirkel draaien. Op Antarctica zorgen die juist voor extreme kou.
Het kan nog wel even duren voordat de concentratie aan stoffen die ozon afbreken weer op het peil zijn van de jaren zestig, waarschuwt ESA. Tot midden deze eeuw is de verwachting.