DNB wees op tekort Interventiewet

De Nederlandsche Bank waarschuwde al in 2011 dat de Interventiewet tekortschoot. De toezichthouder constateerde in een brief aan het ministerie van Financiën dat DNB alleen bij een bank kan ingrijpen en niet bij de moedermaatschappij. De kritiek op de concepttekst vond geen gehoor. De wet werd in 2012 aangenomen.

Op basis van de Interventiewet heeft de toezichthouder de mogelijkheid om in te grijpen bij noodlijdende banken of verzekeraars. Maar in het geval van SNS kon DNB die bevoegdheid niet gebruiken omdat de bank een onderdeel vormt van SNS Reaal. DNB had niet de bevoegdheid om bij het moederbedrijf in te grijpen. Daarom was een nationalisatie door de minister nog de enige optie.

Volgens oud-DNB-directeur Lex Hoogduin bleek de Interventiewet voor DNB geen stevig wapen te zijn, "maar een klappertjespistool". In een reactie op de concept-wet waarschuwde DNB daar in 2011 voor.

Ontbrekende bevoegdheden

In de brief schrijft DNB dat de minister wél de mogelijkheid heeft om in te grijpen. Een soortgelijke bepaling om in te grijpen op het niveau van de moedermaatschappij ontbreekt voor de interventiebevoegdheden van DNB. DNB stelt voor om een soortgelijke bepaling alsnog op te nemen.

In het kader van een adviesronde over de Interventiewet is de brief in oktober 2011 naar de Kamer gestuurd. Ook in een advies van DLA Piper advocaten werd op de tekortkoming van de Interventiewet gewezen.