Meer transplantaties in 2012

Het aantal mensen dat een orgaantransplantatie heeft ondergaan, is vorig jaar opnieuw gestegen. Vorig jaar kregen 1225 mensen een orgaan. Dat is 9 procent meer dan in 2011. De organen waren afkomstig van 251 overledenen en 488 levende donoren.

Directeur Haase van de Nederlandse Transplantatie Stichting die de cijfers bekend maakte, hoopt dat de stijging van het aantal donoren en transplantaties "het begin is van een langdurige trend". De afgelopen jaren hebben veel artsen cursussen gehad waarin ze leerden om nabestaanden te overtuigen orgaandonatie toe te staan.

Op 1 januari 2013 stonden er 1286 mensen op de wachtlijst voor een donororgaan. Dat is iets minder dan een jaar eerder.

Drie organen

De 251 donoren die na hun dood organen hebben afgestaan waren goed voor 737 organen die in patiënten konden worden geplaatst. Gemiddeld hebben de donoren dus drie organen afgestaan. In het ideale geval kan een orgaandonor na zijn dood maximaal negen patiënten helpen met de longen (2x), het hart, de nieren (2x), de alvleesklier, de dunne darm en de lever. De lever kan worden gesplitst en worden verdeeld over twee ontvangers.

Het aantal donaties van weefsel door overledenen is gestegen met 13 procent. In totaal werden 3163 keer hoornvlies, bot, hartkleppen en vaten getransplanteerd. Het aantal donoren van weefsel daalde wel met 3 procent.