NOS SportAangepast

Had Krajicek tóch kunnen spelen in 1992?

In 1992 moest Richard Krajicek zich terugtrekken voor de halve finales van de Australian Open. Vanwege een pijnlijke schouder. Hij was amper twintig jaar oud. Pas later realiseerde hij zich dat hij een mogelijke oplossing over het hoofd had gezien. Had Krajicek tóch kunnen spelen?

door redacteur Daan Floor

Hoe liep je de blessure op? "Een dag voor de halve finale. Ik stond met Jan Siemerink ook in de halve finales van het dubbelspel en we gingen 's morgens inslaan. Geen probleem. Het smashen ging ook goed, maar dat is een korte beweging. En toen ging ik serveren. Bij de eerste bal kreeg ik een steek in mijn rechterschouder en dat ging gewoon niet weg."

En toen? "Ik ben gaan dubbelen en we wonnen zelfs de eerste set (van het topduo Todd Woodbridge/Mark Woodforde, red.). Ik serveerde dertig kilometer per uur ofzo, maar op een gegeven moment dacht ik: stop maar. De volgende dag was het niet beter. Zo'n steek heb ik daarna nooit meer gehad. Dit was echt puur die servicebeweging."

Waarom heb je het niet geprobeerd tegen Jim Courier? "Ik dacht: ik kan niet winnen als ik zo'n steek heb. En ik was nog jong en hoe moeilijk het ook was, ik had besloten om niet te spelen."

Heb je daar geen spijt van? "Niet van de beslissing om niet te spelen met die pijnlijke schouder. Achteraf vind ik het wél jammer dat ik niet op het idee kwam om met een verkorte beweging te serveren. Zoals bij een smash, want dat ging wel goed. Vooral mijn achterzwaai was het probleem. Maar ja, dat bedacht ik me allemaal pas maanden later. Het was gewoon niet anders."

Had je nog lang last van je schouder? "Ik kon vier weken later mijn eerste toernooi weer spelen, maar ik heb wel een maand of drie op zeventig procent geserveerd."

Bloemetjespet en blauwe plek Chang

De Australian Open van 1992 was het vierde grand slam-toernooi dat Krajicek speelde. Hij was destijds de nummer 45 van de wereld en viel op door zijn imposante service, maar ook vanwege zijn pet. Daar zaten bloemetjestekeningen op.

Verklaar die pet eens... "Dat was een pet van mij, niet van een sponsor ofzo. Ik weet niet eens meer hoe ik eraan kwam. Volgens mij gewoon gekocht in de winkel. Die pet dragen was een ritueel geworden sinds de eerste ronde. Ik had een paar petten met bloemetjes, maar de blauwe was wel mijn gelukspet."

Wat had je van het toernooi verwacht? "Ik had geen idee wat ik moest verwachten. Opeens stond ik tegen Michael Chang in de derde ronde. Dat gevecht won ik in vijf sets en ook Michael Stich versloeg ik in vijf sets. Toen had ik zoiets van: shit, ik sta in de halve finale."

Je won simpel van Christian Saceanu en Jim Grabb en toen kwam inderdaad Chang. De sfeer was animoos omdat jij een bal op zijn lichaam had geslagen. "Wat Chang deed, dat weet ik nog wel. Hij kwam naar het net, met een slechte bal. Opeens ging hij helemaal overdreven bewegen en springen enzo. Hij wilde mij afleiden."

En wat deed jij toen? "Je bent dan geneigd langs iemand heen te slaan, en dan kan je missen. Ik had zoiets van 'dan sla ik vol gas door het midden'. En ja, hij bleef daar staan. Dat is niet mijn probleem. Als hij zich had omgedraaid of normaal had gedaan, had ik 'm gewoon gepasseerd. Maar hij was mij bewust aan het afleiden."

Wilde je hem raken? "Nee, ik wilde 'm niet raken, maar wel zo hard mogelijk door het midden slaan. Hij kwam vol op z'n heup. Ik kan het me nog goed herinneren."

Wat deed hij toen? "Ik draaide me om - ik had nooit contact met m'n tegenstanders tijdens de wedstrijd - en later op de beelden zag ik dat hij boos naar me keek. Maar híj stond zich overdreven te gedragen met dat gespring en gepiep van z'n schoenen enzo. Ja, en ik dacht: dat punt ga ik 'm niet geven."

Backhand voluit

Na Chang reeg Krajicek ook Christian Bergstrom in drie sets aan de zegekar, wat hem in de kwartfinales bracht. Daarin was Stich, de nummer vijf van de wereld, zijn tegenstander. Krajicek's service was niet af te stoppen en ook met zijn backhand - normaal gesproken zijn zwakke plek - noteerde hij winners.

Je sloeg je backhand zelfs voluit. "Tegen iedereen die tegen mij service-volley speelde, sloeg ik mijn backhand voluit. Als iemand achterin bleef, vond ik het op de een of andere manier fijner om te slicen. Tegen Stich had ik een target en dat vind ik fijn. Courier speelde tegen mij altijd zo goed omdat ik hem dan een target gaf."

Stich zei nog dat jij niet had gewonnen, maar dat hij had verloren. "Andere spelers zeiden dat ook wel na een wedstrijd tegen mij. Tja, best. Weet je wel. Het klopt ook. Eentje wint, de ander verliest. Dat is gewoon teleurstelling. Daar kon ik niet van wakker liggen."

En dan komt die blessure. Hield je daardoor een naar gevoel over aan het toernooi of was je vooral trots op je plaats in de halve finales? "Trots natuurlijk, op die halve finale. Als ik 35 was geweest en het was mijn eerste halve finale geweest, dan had de teleurstelling overheerst. Toen had ik het gevoel van dit gaat me nog wel vaker lukken en dat is ook een aantal keer gelukt."

Maar het moet toch een heel moeilijk moment zijn geweest. "Zeker. Toen ik de beslissing nam, was ik echt down. Ik heb ook gehuild, kan ik me herinneren. Maar de dag daarna was ik al bezig met de rest van mijn carrière."

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl