NOS NieuwsAangepast

Pausbezoek baat Castro en kerk

Door buitenlandredacteur Marc Bessems

Paus Benedictus is vanavond gearriveerd op Cuba voor zijn eerste bezoek aan het eiland. Officieel komt hij naar Cuba ter ere van de 400-jarige verjaardag van de patroonheilige van het eiland, de Heilige Maagd van El Cobre. Maar net als in 1998 lijkt ook dit pausbezoek vooral politiek gemotiveerd. Toen Johannes Paulus II Cuba bezocht, stond Fidel hem op te wachten. Jarenlang had de Comandante als rechtgeaarde communist de Rooms-Katholieke Kerk verketterd, hij probeerde zelfs Kerstmis af te schaffen. God bestond niet in Cuba, dat officieel atheïstisch was.

Maar de Koude Oorlog was voorbij, de Sovjetunie geschiedenis en de Cubaanse economie ingestort. De populariteit van het regime was tot een gevaarlijk dieptepunt gedaald. Het pausbezoek gaf Fidel Castro enig respijt; ondanks decennia van communisme noemden de meeste Cubanen zich nog steeds katholiek.

Fidel begroette Johannes Paulus II niet in zijn gebruikelijke olijfgroene uniform. Hij trok een burgerpak aan, de eerste keer dat de Comandante een staatshoofd op die manier welkom heette. Op de Plaza de la Revolución, het gigantische Plein van de Revolutie in Havana, kreeg het metershoge portret van Che Guevara gezelschap van een enorme crucifix: de symbolen van communisme en katholicisme gebroederlijk naast elkaar.

Meer invloed

Het pausbezoek moest helpen het imago van Cuba en Fidel te moderniseren. Of dat lukte, is de vraag, zeker is dat er voor Cubaanse katholieken echt iets veranderde. Na 1998 kregen gelovigen meer vrijheid en de kerk aanzienlijk meer invloed.

Ditmaal wacht Raúl Castro de paus op, als die vanavond arriveert op het vliegveld van Santiago. Sinds Fidel ziek werd, in 2006, is zijn broer de baas. Raúl Castro erkende de ernstige economische problemen die het land teisteren en het regime ondermijnen. Hij voerde tal van veranderingen door, 'updates' in het jargon van de Cubaanse bureaucratie. "Zonder haast en zonder onderbreking" probeert Raúl Castro Cuba te veranderen in een semi-kapitalistisch land, geïnspireerd op het Chinese model.

Samenwerking

Fidel Castro gebruikte de kerk om zijn imago op te poetsen en ook Raúl ziet voordelen in samenwerking met de katholieken. Dat heeft vooral te maken met de rol die de kerk sinds 1998 op Cuba speelt. Kardinaal Jaime Ortega, de hoogste kerkleider op het eiland, onthoudt zich meestal van openlijke kritiek op het regime. In tegendeel: publiekelijk schaart hij zich regelmatig achter de officiële lijn. Zo sprak de Cubaanse kerk zich uit tegen het 50-jarige Amerikaanse embargo van Cuba.

Tegelijkertijd oefent kardinaal Ortega achter de schermen subtiel druk uit op Raúl om te hervormen, om politieke gevangenen vrij te laten en de mensenrechten te respecteren. Met succes: na bemiddeling met de kerk liet Raúl Castro tal van dissidenten vrij.

Deze samenwerking levert beide partijen wat op.

Voordelen

Raúl Castro heeft de kerk nodig, omdat zijn regering geen oppositie toestaat. Daardoor zijn er geen politieke gesprekspartners waarmee hij kan overleggen over zijn hervormingsplannen, terwijl dat wel erg handig zou zijn om de steun van zoveel mogelijk Cubanen te krijgen. Er zijn weliswaar dissidenten, maar die zijn voor de hardliners binnen de regering niet acceptabel en hebben nauwelijks aanhang. Door de censuur zijn de meeste dissidenten bekender buiten Cuba dan op het eiland zelf.

De kerk daarentegen is vrijwel overal aanwezig en irriteert het regime stukken minder. Officieel vertegenwoordigt het instituut bovendien een meerderheid: zestig procent van de Cubanen is gedoopt. Bovendien is de kerk internationaal invloedrijk. Kortom: een goede gesprekspartner voor Raúl Castro.

Verloren zielen

Ook voor de kerk levert de samenwerking van alles op. Kardinaal Jaime Ortega kampt met een gestaag leeglopende kerk en daarmee gepaard gaande tanende invloed. Een halve eeuw communisme heeft destructieve gevolgen gehad voor de kerk.

Hoewel nog steeds een meerderheid van de Cubanen is gedoopt, gaat maar ongeveer vijf procent van de Cubaanse katholieken op zondag naar de mis. Het pausbezoek van 1998 betekende ook de opkomst van protestante kerken. Er zijn nog heel wat zieltjes te winnen.

Dankzij de samenwerking met het regime kan de kerk ongestoord werken aan het terugwinnen van verloren terrein. Ook wat betreft invloed. Voor het eerst in decennia heeft de kerk weer echte politieke macht heeft op Cuba. De kardinaal kan de hervormingen ook daadwerkelijk beïnvloeden en zo tot op zekere hoogte meebepalen hoe Cuba er in de toekomst uit zal zien.

Benedictus

De strategie van de kerk heeft ook een nadeel. De afstand tussen kerk en regime is voor sommigen te klein. Dissidenten beschuldigen de kerk al van collaboratie.

Voorlopig is het resultaat van de samenwerking ook voor de Cubaanse kerk positief. Gemeten naar het aantal gelovigen is Cuba voor het Vaticaan minder belangrijk dat de meeste andere landen in de regio. Toch is de relatief kleine Cubaanse kerkleiding erin geslaagd om opnieuw een paus op bezoek te krijgen.

Er is veel veranderd op Cuba sinds 1998, er is zelfs een andere Castro aan de macht. En Benedictus is geen Johannes Paulus: de afstandelijke Duitse paus roept veel minder enthousiasme op dan zijn charismatische Poolse voorganger. Niemand verwacht dan ook taferelen zoals in 1998. Dit pausbezoek draait dan ook vooral om politiek.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl