NOS NieuwsAangepast

Laag sterftecijfer drukt loon uitvaartbranche

De uitvaartondernemers hebben last van het lage sterftecijfer. Daardoor kunnen werkgevers de lonen niet flink verhogen. De betrokken vakbonden eisen een verhoging van 2,5 procent, maar dat zit er voorlopig niet in.

Volgens Branchevereniging Gecertificeerde Nederlandse Uitvaartondernemingen (BGNU) staat de omzet daarvoor te veel onder druk. Kort gezegd, omdat er minder uitvaarten over meer bedrijven verdeeld moeten worden.

Lager sterftecijfer

Aan de ene kant hebben uitvaartondernemers last van een laag sterftecijfer. Het is een probleem waar pensioenfondsen ook mee te maken hebben. Mensen worden steeds ouder, ze overlijden dus later dan eerder werd verwacht. Het is al jarenlang een belangrijk argument binnen de loononderhandelingen.

Arie Kasper, onderhandelaar van CNV Dienstenbond, herkent dit probleem. "Sterftecijfers zijn heel erg belangrijk voor de voortgang van ondernemingen. Het is hun core business. Je ziet bij grotere bedrijven dat het moeilijker wordt."

Matthijs de Gee laat namens BGNU weten dat er jaarlijks ongeveer 135.000 uitvaarten in Nederland zijn. Dat is zo'n 8 procent minder dan ooit door het CBS was voorspeld. Volgens De Gee betekent dat niet automatisch dat er 8 procent minder omzet wordt gemaakt.

Maar het heeft wel een 'heel sterk drukkend effect' op de bedrijfsresultaten. Ondernemers hebben er toch op gerekend en hun investeringen daaraan aangepast. Het treft vooral bedrijven die zich alleen op uitvaarten richten. Ondernemingen die ook aan crematoria, begraafplaatsen en verzekeringen doen, kunnen het makkelijker aan.

Uitvaartverzorgers

Uitvaartverzorger en -verzekeraar DELA ziet het sterftecijfer al jaren afnemen. Hoewel er groei zit in het aantal uitvaarten dat het bedrijf verzorgt, is die groei wel lager dan verwacht. DELA let op de kosten, maar bezuinigingen zijn nu niet aan de orde. Dat geldt niet voor Yarden. Daar verloren dit jaar zo'n dertig werknemers hun baan, 15 procent van het personeelsbestand.

"Er waren meer mensen in dienst dan het aantal uitvaarten rechtvaardigt", aldus de directeur personeelszaken. Nu is het in evenwicht, maar volgens de directeur blijft het 'spannend'.

Meer starters

Aan de andere kant wijst Kasper op de verzelfstandiging van de branche. Het is een vrij beroep, iedereen kan zich een uitvaartleider noemen. Naar eigen zeggen hebben mensen daar alleen een pc en telefoon voor nodig. En dat gaat ten koste van het aanbod voor de gevestigde bedrijven.

Het zijn vaak mensen die al in de uitvaartbranche of de zorg werkzaam waren en dan als zzp'er voor zichzelf beginnen. Zij kunnen vaak goedkoper werken, omdat ze zichzelf niet het loon van de uitvaart-cao hoeven uit te keren.

Die opkomst van zelfstandigen herkent De Gee ook. Hoeveel het er in heel Nederland zijn, weet hij niet. Maar in zijn eigen werkgebied, een stukje van Noord-Holland, zijn er alleen dit jaar al vijf nieuwe bedrijven bijgekomen.

Er bestaat al een certificaat en ook is er een keurmerk. Die zijn niet verplicht. Nu vindt De Gee dat de drempel voor starters niet te hoog moet worden, maar hij pleit wel voor een instrument dat de kwaliteit kan waarborgen. Ook de bonden vinden het belangrijk dat er een goed keurmerk is, zodat consumenten het onderscheid kunnen maken.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl