Tragedie met slavenschip Leusden vergeten ramp
Door redacteur Lambert Teuwissen
Langzaam begint Nederland oog te krijgen voor zijn slavernijverleden. Zie bijvoorbeeld het lemma in de Canon van de Nederlandse Geschiedenis of de tv-serie De Slavernij. Maar toch is de tragedie met het slavenschip de Leusden nog altijd onbekend.
Leo Balai promoveert vandaag op zijn onderzoek naar de grootste ramp uit de Nederlandse slavenhandel, die bovendien bijna volledig te voorkomen was geweest.
Opgesloten
De Leusden was van het Afrikaanse slavenfort Elmina onderweg naar de suikerplantages van Suriname. Op Nieuwjaarsdag 1738 zonk het schip van de West-Indische Compagnie (WIC) aan de monding van de Marowijnerivier in Suriname. De bemanning had een navigatiefout gemaakt en het schip eindigde op een zandbank.
Uit angst dat de gevangenen aan boord van de gelegenheid gebruik zouden maken om in opstand te komen, werden ze opgesloten in het ruim. De luiken werden dichtgetimmerd.
De ramp voltrok zich tergend langzaam. Ruim 650 mensen zaten opgesloten in het langzaam vollopende ruim. "Het schip was gekapseisd maar op de zandbank blijven liggen, de bemanning zat op het schip. Ze zijn er de hele nacht blijven zitten en moeten voortdurend het gegil hebben gehoord."
"Het was te voorkomen geweest", verzucht Balai. "Hadden ze maar die mensen de kans gegeven om weg te komen. Had die mensen op de zandbank gezet, om te zien of ze zichzelf konden redden."
Angst onnodig
Dat de bemanning bang was voor een revolte, wil er bij Balai niet in. "Ik kan me zo voorstellen in zo'n situatie, het schip gekapseisd, het regent, dat je er niet meteen aan denkt om de matrozen aan te vallen. Je wilt jezelf eerst redden. Bovendien: de bemanning was bewapend en de gevangenen niet."
De bemanning wist zich 's ochtends met een sloep in veiligheid te brengen en kwam twee dagen later in Paramaribo aan. Zestien gevangenen die toevallig op het dek aan het werk waren geweest, hadden de ramp overleefd. Ze werden bij aankomst prompt verkocht.
Kroesvee
Volgens Balai zag de bemanning de gevangenen als niet meer dan een lading, 'kroesvee'. Over een kistje met 23 kilo goud werd achteraf meer gerapporteerd dan over de verloren mensenlevens. De ramp met de Leusden kwam slechts als kort scheepsbericht in de Amsterdamsche Dingsdaagsche Courant.
"De opdrachtgevers vonden het klaarblijkelijk ook goed, want ze hebben de kapitein achteraf geen straf opgelegd. Hij is gewoon uitbetaald, terug in Nederland." In de officiële annalen tekende de WIC alleen op dat het "een gevoelige schade" was voor het bedrijf.
Laatste reis
Helemaal schrijnend is het feit dat de WIC bezig was haar slavenreizen af te bouwen. Doordat het bedrijf niet efficiënt genoeg was en de concurrentie te groot, werd de mensenhandel als weinig lucratief gezien. Na in ruim honderd jaar een ruim half miljoen Afrikanen gedwongen te hebben verscheept naar de Nieuwe Wereld, werd de handel stopgezet omdat er niet genoeg geld mee te verdienen viel.
"Ze waren al in een neergaande lijn. In oktober 1737 hadden ze al besloten om ermee te stoppen. De Leusden en twee andere schepen waren de laatsten die nog een slaventocht maakten. De tragiek is juist dat toen ook de grootste scheepsramp plaatsvond."
Moment van stilte
Op de plek van de ramp in Suriname is er niets dat herinnert aan die fatale Nieuwjaarsdag. Balai wil graag meedenken over een permanent gedenkteken. Ook hoopt hij met zijn onderzoek "de discussie op gang te brengen".
"Er is zo veel te vertellen, zo veel met elkaar te bediscussiëren. Dit laat zien hoe kansloos die mensen waren. Als zo'n situatie zich voordeed, waren ze gewoon handelsgoederen die verloren gingen, geen mensen die doodgingen."
Op excuses of herstelbetalingen van Nederland zit hij niet te wachten. "Ik zou graag zien dat men één keer in de vijf jaar een minuut stilte houdt in de Tweede Kamer, op 1 juli, de dag van de afschaffing van de slavernij", oppert hij. "Ik neem aan dat het dan deel gaat uitmaken van het collectieve geheugen. Dan krijg je discussie en dat is waar we naartoe moeten."