Schatzoekers raken recordvondst kwijt
Amerikaanse schatzoekers moeten een miljoenenschat overdragen aan de Spaanse overheid. Een Amerikaanse rechter bepaalde dat de duizenden gouden en zilveren munten uit een scheepswrak nog altijd toebehoren aan de eigenaar van het zeventiende-eeuwse schip.
Duikers van de Amerikaanse Odyssee Marine Exploration (OME) vonden het wrak van een Spaans galjoen in 2007. Het was in 1804 met 200 opvarenden op weg van de Spaanse koloniën in Zuid-Amerika naar Europa. Na een gevecht met de Britten zonk het voor de Portugese kust.
Protest
OME maakte de vondst pas bekend toen die al veiliggesteld was in een kluis in Florida. De lading zou minstens 500 miljoen dollar waard zijn. Volgens het bedrijf gaat het om de grootste partij goud en zilver die ooit werd opgevist.
De Spaanse overheid tekende meteen protest aan. Omdat het zou gaan om de Nuestra Señora de las Mercedes, een Spaans oorlogsschip, zou de lading nog altijd toebehoren aan de overheid. Een Amerikaanse rechtszaak volgde.
Commercieel
OME houdt vol dat nooit met zekerheid is vastgesteld dat het om de Nuestra Señora de las Mercedes ging. Bovendien was dat schip op het moment van zinken ingezet voor een commerciële missie. Bergingswetten stellen dat wat in internationale wateren gevonden wordt, voor de vinder is.
De rechter ging echter niet mee in die redenering en wees de schat toe aan Spanje. OME heeft al gezegd in hoger beroep te zullen gaan tegen de uitspraak.