Collaboratie-archief komt nog niet online vanwege privacyzorgen
Het online openstellen van het grootste oorlogsarchief van Nederland wordt uitgesteld, heeft minister Bruins bepaald. De dossiers van honderdduizenden Nederlanders die in de Tweede Wereldoorlog met de bezetter zouden hebben gecollaboreerd, is daardoor niet vanaf 2 januari via internet te bekijken.
De Autoriteit Persoonsgegeven had Bruins vorige maand gewaarschuwd tegen het online openen van het zogeheten Centraal Archief Bijzondere Rechtspleging (CABR). De toezichthouder zei dat het kon leiden tot privacyschendingen van mensen die nog leven. Dat zou onrechtmatig zijn.
Per 1 januari zouden ruim 300.000 dossiers voor iedereen in te zien zijn en een dag later ook online komen via www.oorlogvoorderechter.nl. De Archiefwet bepaalt dat de dossiers openbaar moeten worden gemaakt.
'Nationaal Archief schiet tekort'
De toezichthouder stelt dat het openbaar maken van documentatie kan, maar dat er goed moet worden afgewogen wat openbaar wordt gemaakt en hoe dat gebeurt. AP vindt dat de aanpak van het Nationaal Archief hierin tekortschiet.
Omdat iedereen online op allerlei denkbare namen en trefwoorden kan zoeken, is het een risico dat iedereen onbeperkt kan grasduinen, zegt AP. "De onbegrensde toegankelijkheid brengt al met al onnodig grote risico's met zich mee."
De inzichten van AP hebben gevolgen voor de hele archiefsector als het gaat om digitale beschikbaarheid, zegt Bruins. Hij komt daarom met een wetswijziging in de bestaande Archiefwet waardoor het mogelijk moet worden om te bepalen welk belang het zwaarst weegt: privacy of de openbaarheid van archieven. De minister stelt dat dit nu nog niet kan.
Groot maatschappelijk belang
Hij zegt het uitstel te betreuren omdat het volgens hem "van groot maatschappelijk belang is dat dit oorlogsarchief snel volledig openbaar en online toegankelijk wordt". Bruins vindt de openheid belangrijk voor de nabestaanden van slachtoffers, maar ook voor wetenschap, educatie en de strijd tegen antisemitisme. Hij noemt het archief een "stille getuige van de Holocaust".
Het archief met informatie over personen die na de Tweede Wereldoorlog verdacht werden van collaboreren met de Duitsers is al te raadplegen in het Nationaal Archief in Den Haag. Daar liggen de dossiers opgeslagen. Het is op dit moment nog zo dat geïnteresseerden dossiers alleen kunnen inzien als de persoon in het dossier niet meer leeft of als diegene toestemming heeft gegeven om het dossier te raadplegen.
Late waarschuwing
Dat de waarschuwing slechts enkele weken voor de openbaarmaking komt, is opvallend. De AP kreeg naar eigen zeggen in het voorjaar van 2024 een signaal van een nabestaande dat de openbaarmaking mogelijk niet op een rechtmatige manier werd georganiseerd.
Daarop vroeg de privacywaakhond om informatie van het Nationaal Archief, waaruit volgens AP bleek dat het archief de manier van publiceren niet voldoende aanpaste. Ook zou het Nationaal Archief geen advies aangevraagd hebben bij de interne privacytoezichthouder en AP zelf.
Omdat het Nationale Archief de manier van publiceren niet wilde wijzigen, besloot de privacywaakhond de minister te waarschuwen.
Directeur Tom de Smet van Nationaal Archief zegt dat hij het een teleurstelling vindt, "met name voor de nabestaanden van slachtoffers die na 80 jaar eindelijk op een laagdrempelige manier antwoorden hoopten te vinden over wat er met hun familie is gebeurd".
Het archief wordt volgens hem op 2 januari wel openbaar, maar zal "voorlopig niet online doorzoekbaar zijn."