Defensie wil industrie kunnen inschakelen voor oorlogseconomie, maar bedrijven zijn verdeeld
Bauke Haanstra
Bauke Haanstra
Kamerleden hebben vanavond gesproken over de defensie-industrie, waarbij ook een plan werd besproken waarmee de overheid bedrijven zou kunnen verplichten hun productie (deels) in dienst te stellen van Defensie.
Dit plan, waar het ministerie van Defensie al een tijd aan werkt, zou gebruikt kunnen worden als de internationale veiligheidssituatie daarom vraagt. Marineschepen, wapens en ander oorlogstuig kunnen dan sneller worden geproduceerd.
Op de ministeries van Economische Zaken en Defensie wordt al een tijd aan de wet gewerkt. De industrie is verdeeld over de plannen.
Gedwongen samenwerken
Royal IHC in Kinderdijk bouwt naast baggerboten ook schepen voor de Marine en levert ook engineering- en onderhoudsdiensten aan Defensie. Bestuurder Derk te Bokkel hoopt dat de nieuwe wet er komt. "In de huidige situatie duren aankoopprocessen soms acht of tien jaar. Door deze wet kan dat hopelijk worden versneld. Ik ben ervan overtuigd dat we in de snel veranderende wereldwijde veiligheidssituatie zo'n wet nodig hebben."
Te Bokkel zegt verder dat "je dit echt moet zien als noodwetgeving". "Voor ons is het niet beangstigend dat Defensie zo de productie naar zich toe kan trekken. We kennen het reilen en zeilen van het ministerie." Hij benadrukt dat de overheid zelf ook een rol te vervullen heeft. "Die moet het voor bedrijven interessant maken om te investeren in productiecapaciteit en voorraden."
Oorlogseconomie
Ondernemersorganisatie VNO-NCW erkent het belang van de wet, maar heeft ook kritiek. "De wet gaat op sommige punten wel heel ver. Dat is in een oorlogseconomie logisch, maar daar gaan nog een heel aantal fases aan vooraf", zegt Thomas Grosfeld, teammanager economie bij VNO-NCW. "We erkennen natuurlijk wel het belang van de wet en de noodzaak voor forse investeringen in defensie gezien de internationale situatie."
VNO-NCW kijkt ook naar Defensie zelf. "We snappen dat de wereld verandert, maar het moet duidelijk zijn dat je dit soort vergaande ingrepen in de markt echt pas echt moet doen als laatste optie." Het is volgens Grosfeld nu vooral zaak dat Defensie alles op alles zet om de industrie te versterken.
De ondernemersorganisatie maakt zich ook zorgen over de afbakening van de wet. "Nu valt potentieel bijna de hele economie eronder en dat leidt tot veel onzekerheid bij bedrijven. Die 'dual use' categorie is gigantisch breed. Dat kunnen bijvoorbeeld ook chips of farmacie zijn."
Landsbelang
Remko Verspui is commercieel directeur van zo'n 'dual use'-bedrijf. LDL Laundry levert industriële wasmachines en drogers aan onder andere Defensie. Ook hij maakt zich zorgen over de afbakening van de wet. "Als ondernemer moet je daarop kunnen anticiperen."
Verspui legt uit waarom zijn producten van belang kunnen zijn in een oorlogssituatie. "We leveren bijvoorbeeld machines die waterafstotende kleding kunnen reinigen. Dat kan bijvoorbeeld bij een brand op een militair vliegveld noodzakelijk zijn."
Verspui zegt verder dat hij best bereid is een extra stap te zetten wanneer de nood hoog is, maar dat zijn mogelijkheden beperkt zijn. "In het landsbelang maken we natuurlijk tijd voor de bestellingen van Defensie. Maar het wordt anders als Defensie onze productiecapaciteit een maand lang nodig heeft. Dan schaadt dat de continuïteit van onze bedrijfsvoering. Als we dan financiële schade oplopen ben ik geen goede werkgever."
Duurt nog wel even
Het zal overigens nog wel even duren voor de wet klaar is voor behandeling in de Tweede Kamer. De Raad van State zal er te zijner tijd advies over uitbrengen en de wet moet ook worden besproken in de ministerraad. Maar als het aan het kabinet ligt, gaat de wet op 1 januari 2026 in, zo werd duidelijk in het commissiedebat vanavond.