NOS Nieuws

EU-asielministers: opt-out Nederland slecht plan, juist samen optrekken

Binnen veel EU-landen neemt de vraag naar meer maatregelen op het gebied van migratie toe. Vandaag kwamen de Europese migratieministers samen in Luxemburg, onder wie de Nederlandse minister Faber.

Haar wens om een uitzonderingspositie te krijgen op het Europese migratiebeleid, kan in elk geval niet op steun rekenen van andere EU-landen, zo werd duidelijk uit de reacties. "Het is geen goed idee", zei de Duitse minister Faeser bijvoorbeeld.

Voor zo'n "opt-out" is een verdragswijziging nodig. Eurocommissaris Johansson liet weten: "Het is niet mogelijk volgens het EU-verdrag en dat heb ik ook tegen Nederland gezegd."

Terugkeer

Waar wel over gesproken werd, is de terugkeer van uitgeprocedeerde asielzoekers. Begin dit jaar werd in Europa een migratiepact aangenomen. Daarin werd afgesproken dat de screening van asielmigranten sneller moet.

Asielzoekers uit relatief veilige landen komen in een aparte procedure terecht en worden vastgezet. Migranten die meer kans maken op een verblijfsstatus worden beter over Europa verspreid. Maar over het terugsturen van uitgeprocedeerde asielmigranten werd geen akkoord bereikt, daar willen de Europese lidstaten nu verandering in brengen.

Uitgelegd: nieuwe asielafspraken van de EU

Op dit moment is het terugsturen van afgewezen asielzoekers nog lastig. In de praktijk blijkt dat een groot deel van hen niet terugkeert naar het land van herkomst.

Volgens Hanne Beirens, directeur van de denktank Migration Policy Institute, werken de systemen in EU-landen op dit moment niet goed. "Er is tussen verschillende migratie-instellingen te weinig coördinatie. Het is niet altijd duidelijk wie verantwoordelijk is voor de volgende stap in het terugkeerproces. De stappen sluiten ook niet goed op elkaar aan, waardoor terugkeer vertraagd wordt."

Ook de samenwerking met de herkomstlanden verloopt niet altijd soepel. Soms is niet duidelijk van welk land iemand burger is. Dat maakt het moeilijk voor EU-landen om te bewijzen dat een herkomstland niet meehelpt, zegt migratie-expert Arjen Leerkes. "Als de nationaliteit van een migrant onbekend is en landen melden ook niet dat het hun burger is, hoe kun je dan aantonen dat ze niet meewerken?"

Maar ook als de identiteit van een migrant wél bekend is, kunnen er problemen ontstaan. "Herkomstlanden hebben niet voldoende capaciteit om terugkeer te ondersteunen", aldus Beirens. "Maar vaak is er in die landen ook geen politieke wil. Bijvoorbeeld vanwege het geld dat de migranten in Europa terugsturen."

Problemen met cijfers

Om hoeveel migranten het precies gaat, is moeilijk te zeggen. EU-landen houden terugkeer op verschillende manieren bij, waardoor cijfers niet goed te vergelijken zijn.

"We weten heel weinig over terugkeer," vertelt Beirens. "Als landen beter afstemmen welke data ze verzamelen, krijgen we een veel beter beeld over de aantallen én over welk terugkeerbeleid werkt. Want dat is op dit moment een grote onbekende."

Nieuwe regels

De migratieministers willen dus dat Europa meer gaat doen op dit gebied. Afgelopen vrijdag kwamen zeventien landen onder aanvoering van Nederland en Oostenrijk met een oproep aan de Europese Commissie om de regels rondom terugkeer te verscherpen.

Minister Faber wil dat er zogenoemde "terugkeerhubs" komen aan de buitengrenzen van de EU. "Daar moeten mensen die geen recht hebben op verblijf in de Europese Unie wachten totdat terugkeer is bewerkstelligd", zegt ze. Faber wil daarvoor in gesprek met 'derde landen'."

Volgens Leerkes is het belangrijk dat EU-landen vertrouwen creëren bij de landen van herkomst. "Om meer mensen te laten terugkeren moeten de landen van herkomst zelf geloven dat het belangrijk is om mee te werken, bijvoorbeeld doordat Europa in hun ogen ook voldoende ruimte biedt voor legale migratie naar Europa."

Lidstaten kunnen zelf al veel doen om de situatie te verbeteren. "Elk land moet voldoende investeren in hun terugkeersysteem", zegt Beirens. "Ook moet de samenwerking tussen EU-landen beter. Als één land nu besluit iemand terug te sturen, wordt dat besluit niet altijd erkend in een ander EU-land. Dan moet de procedure daar dus weer opnieuw."

Ongeacht waar de Europese Unie uiteindelijk mee komt, zal terugkeer een moeilijke puzzel blijven volgens Beirens. "Het eerlijke antwoord rondom migratie is: we kunnen het verbeteren maar het kost tijd."

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl