In WK-stad Zürich ligt ziel van het Zwitserse wielrennen: 'Willen we in Alkmaar ook'
De beste wielrenners en rensters ter wereld strijden deze week om de wereldtitels in het Zwitserse Zürich. De stad van het kloppend hart van het Zwitserse wielrennen: de wielerbaan van Oerlikon.
Het is een wielerreliek uit het verleden. Een open, betonnen bak van 112 jaar oud in de schaduw van het imposante Hallenstadion. Zaterdag begon Remco Evenepoel er haperend aan zijn zegetocht in de tijdrit. Als het regent, is de baan glibberig. Voor internationale kampioenschappen is-ie al lang niet meer geschikt.
'Mooiste baan ter wereld'
Voor Europees kampioen stayeren Reinier Honig en zijn gangmaker René Kos niettemin reden om rond 7.00 uur 's ochtends in de auto te stappen voor een rit van bijna acht uur naar Zwitserland. De laatste vijftig kilometer tot Zürich legde baanrenner Honig op de fiets af. "Om een beetje warm te rijden. En na de wedstrijd rijden we meteen weer terug. Dan zijn we morgenochtend weer thuis."
Anderen zouden het gekkenwerk noemen, dat weet Honig ook wel. De wedstrijd telt niet mee voor een wereldbekerklassement. Voor de vergoeding of het prijzengeld hoeven ze het ook niet te doen. Waarom dan al die moeite? "Dit is de mooiste wielerbaan ter wereld, voor het stayeren tenminste."
Op dinsdagavond organiseert de Offene Rennbahn Oerlikon de laatste van een serie wekelijkse zomeravondwedstrijden. Voor de meeste wedstrijden kan iedereen zich inschrijven. Alleen voor het stayeren - het hoofdnummer van de avond - moet je uitgenodigd worden.
Niet dat gangmaker Kos een uitnodiging nodig heeft. In 1983 werd hij achter de legendarische gangmaker Bruno Walrave zelf tweede bij de WK op de baan van Oerlikon.
"Ik heb nog altijd dezelfde kleedkamer als toen in 1983, daarachter in het hoekje", vertelt hij, leunend tegen zijn auto, terwijl Honig diens klassiek ogende fiets in elkaar knutselt. Een fiets met een reusachtig kettingvoorblad met 68 tanden, metalen staafjes ter versteviging van stuur en zadel en een opvallend klein voorwiel.
Fabian Cancellara, Mauro Schmid, Stefan Küng, Marc Hirschi. Ik heb ze allemaal getraind, hier op de wielerbaan.
De ziel van het Zwitserse wielrennen ligt op de wielerbaan van Oerlikon. En die ziel heeft een gezicht. Ondanks zijn 80 jaar is Aloïs Iten ("Zeg maar Wisel") het stralende middelpunt van de avond.
Een gesprek voeren is bijna onmogelijk, want Iten wordt om de paar seconden aangeklampt voor een vriendelijke begroeting.
Geen Zwitserse wielerprof die niet ooit zijn rondjes heeft gereden over het betonnen ovaal in Oerlikon, een stadsdeel van Zürich. En de kans is groot dat Iten - zelf een verdienstelijk amateur - hen ooit onder zijn hoede heeft gehad.
Iten was namelijk meer dan 30 jaar lang bondstrainer van de Zwitserse wielerjeugd. "Fabian Cancellara, Mauro Schmid, Stefan Küng, Marc Hirschi; ik heb ze allemaal getraind, hier op de wielerbaan."
Herdenking voor Mäder
Ook Gino Mäder reed zijn rondjes in Oerlikon. Iten valt even stil als de naam valt van de renner die vorig jaar verongelukte in de Ronde van Zwitserland.
"Kort na zijn overlijden werd ik gebeld door Gino's zus. Of wij een herdenking konden organiseren voor Gino op de wielerbaan. Een week later reden honderden wielrenners een herdenkingstocht naar Oerlikon. De grote profs hebben hun shirt neergelegd in de bocht, onder een spandoek voor Gino."
"Weet je, ik heb daarna zelf problemen gehad met mijn gezondheid. Om te herstellen liep ik elke dag een rondje over de begraafplaats waar Gino ligt. Er gaat geen dag voorbij dat ik niet aan hem denk."
In Oerlikon worden wielerhelden nog op handen gedragen. Ook Honig en Kos, want hier is het stayeren thuis. Terwijl een bont gezelschap van ouderen, jonge gezinnen en wielerliefhebbers zich tegoed doen aan bier en braadworst, plaatst het duo zich met gemak voor de finale.
Honig is met tien nationale titels de vaandeldrager van het Nederlandse stayeren. Ook is hij regerend Europees kampioen. Maar er zijn niet veel wedstrijden meer om zijn trui te laten zien.
"De meeste wedstrijden zijn in Duitsland, Frankrijk en hier in Oerlikon", vertelt gangmaker Kos. "Het is een prachtige sport, maar het klopt dat er niet zo veel belangstelling meer voor is vanuit de jeugd. En dat is zonde."
Honig: "Daarom willen wij ook dit soort avonden gaan organiseren, maar dan in Alkmaar."
Inspiratie voor Alkmaar
Samen met zijn wielervrienden en ex-profs Niki Terpstra en Laurens ten Dam heeft Honig een stichting opgericht om de wielerbaan in Alkmaar - de enige in Nederland met motoren voor het stayeren - te redden van de ondergang.
Investeringen zijn hard nodig, maar het stadsbestuur steekt liever geld in een nieuw wielercentrum in de buitenlucht. Om steun veilig te stellen moeten meer mensen de weg naar de baan gaan vinden.
Zoals in Oerlikon, waar Honig en Kos voor honderden toeschouwers op een doordeweekse avond hun rondjes rijden. Honig wordt in de finale op de streep geklopt en zonder hoofdprijs stappen de mannen na afloop meteen weer in de auto.
Natuurlijk baalt Honig. "Maar ik heb toch lekker weer een keertje op deze baan kunnen rijden."