Mensenrechtencollege: GroenLinks discrimineerde Statenlid niet
Er is geen bewijs dat GroenLinks het Zuid-Hollandse Statenlid Debora Fernald heeft gediscrimineerd. Tot die conclusie komt het College voor de Rechten van de Mens in een zaak die Fernald had aangespannen.
Fernald, die inmiddels een eenpersoonsfractie vormt, had het idee dat ze werd uitgesloten en tegengewerkt binnen GroenLinks. Dat gebeurde volgens haar nadat ze intern een klacht had ingediend wegens ongewenst gedrag, waaronder racisme. De klachtencommissie noemde die klacht gegrond.
Toen ze daarna solliciteerde op verschillende functies binnen de partij, werd ze steeds afgewezen. Ze werd in maart vorig jaar wel met voorkeursstemmen gekozen in de Provinciale Staten.
GroenLinks heeft altijd tegengesproken dat Fernald vanwege ras of haar eerdere klacht is afgewezen voor de functies. Ook het mensenrechtencollege oordeelt dat er andere redenen waren waarom ze niet in aanmerking kwam voor de functies. Fernald heeft niet kunnen bewijzen dat er sprake was van discriminatie, is de conclusie.
Stem op Volt
Kort nadat ze was gekozen in de Staten, werd ze door GroenLinks uit de fractie gezet. Dat gebeurde nadat ze bij de verkiezingen voor de Eerste Kamer niet op haar eigen partij had gestemd, maar op Volt. Daardoor kreeg GroenLinks een zetel minder in de senaat.
Sindsdien vertegenwoordigt Fernald de Groep 'Doe Stoer' in Zuid-Holland.