Overijsselse gemeenten houden tientallen miljoenen over aan opvang Oekraïners
Gemeenten in Overijssel hebben vorig jaar tientallen miljoenen euro's overgehouden aan de opvang van Oekraïense vluchtelingen. Dat blijkt uit cijfers die zijn opgevraagd door de regionale omroep Oost. Het gaat om een bedrag van zo'n 86 miljoen euro.
Sinds het uitbreken van de oorlog in Oekraïne in 2022 zijn gemeenten verantwoordelijk voor het regelen van opvangplekken. Deze taken brengen kosten met zich mee, waarvoor de gemeenten een vergoeding krijgen van het Rijk.
Van het geld moeten onder andere de accommodatie, inventaris en catering betaald worden. In het bedrag is ook leefgeld opgenomen voor Oekraïense vluchtelingen, bedoeld voor voedsel, kleding en andere persoonlijke uitgaven.
Op dit moment staan er in Nederland ruim 113.330 Oekraïense vluchtelingen geregistreerd. Opvanglocaties hebben nu 90.960 bedden, waarvan er 90.400 in gebruik zijn.
Grote verschillen
Vrijwel alle 25 gemeenten in Overijssel hielden in 2023 geld over aan de opvang van Oekraïense vluchtelingen. De gemeenten kregen vorig jaar van het Rijk samen 195 miljoen euro en gaven 109 miljoen euro uit. Het totale overgebleven bedrag bedraagt dus zo'n 86 miljoen euro.
Bij gemeenten zijn grote verschillen te zien in de overschotten. Waar Steenwijkerland met 288.000 euro slechts 3 procent van het geld overhield, hebben enkele andere gemeenten een overschot van meer dan 50 procent.
Zo hield de gemeente Hardenberg 2,3 miljoen euro over terwijl de vergoeding van het Rijk 3,3 miljoen euro was. De gemeente Wierden heeft met 3,8 miljoen van 5,8 miljoen euro een overschot van 64 procent.
Alleen de gemeente Twenterand hield vorig jaar geen geld over aan de opvang van Oekraïners. Die gemeente had weliswaar een overschot van 936.000 euro, maar met dat geld moest volgens de gemeente de huisvesting worden betaald.
Gemeenten kunnen het geld dat ze overhouden teruggeven aan het Rijk, maar voor zover bekend heeft geen enkele gemeente dat gedaan. Het geld blijft dus in eigen kas, maar hoe het overschot wordt besteed, verschilt per gemeente.
Diverse gemeenten stoppen het geld in de pot 'algemene reserve', en gebruiken het zo als een soort spaarpot. De meeste gemeenten gebruiken het geld volgens Oost voor andere vluchtelingenprojecten, zoals woningen voor ontheemde Oekraïners en vluchtelingen uit andere landen.
Zwolle zegt het geld te gebruiken voor nieuwe opvanglocaties, inburgering en begeleiding. Wierden wil het overschot inzetten voor de bouw van flexwoningen en Hardenberg zegt dat met een deel van het geld een investering is gedaan voor het aanschaffen van chalets.
Niet de enige
De Overijsselse gemeenten zijn niet de enige die geld overhouden aan de opvang van Oekraïense vluchtelingen. Uit onderzoek van De Limburger deze maand bleek dat gemeenten in Limburg in 2023 gezamenlijk een overschot van tenminste 75 miljoen euro hebben. Eerder dit jaar bleek uit onderzoek van De Stentor dat ook gemeenten in Gelderland en Flevoland in 2023 miljoenen euro's overhielden.