Trump-schutter kon kort voor aanslag ongemerkt een drone rond laten vliegen
De man die voormalig president en Republikeins presidentskandidaat Donald Trump eerder deze maand tijdens een verkiezingsbijeenkomst in Pennsylvania probeerde dood te schieten, onderzocht de locatie van tevoren met een drone. Dat verklaarde de baas van de Amerikaanse veiligheidsdienst FBI in een hoorzitting in het Huis van Afgevaardigden.
Onopgemerkt kon hij zo'n twee uur voordat Trump zou spreken ruim 11 minuten met zijn drone boven het terrein vliegen. Hij kwam daarbij tot op 180 meter van het podium.
De drone is later teruggevonden in de auto van schutter Thomas Matthew Crooks. In zijn auto lagen ook explosieven en een afstandsbediening om ze mee af te kunnen laten gaan. Maar volgens FBI-baas Christopher Wray stonden de explosieven niet op scherp.
De 20-jarige Crooks zocht voor de aanslag op zijn laptop naar informatie over de moord op president John F. Kennedy. Hij wilde weten vanaf welke afstand de Amerikaanse president in 1963 door Lee Harvey Oswald werd beschoten; Kennedy zat in Dallas in een open auto. Volgens de FBI-directeur zeggen de zoekopdrachten van Crooks iets over zijn denkwereld.
Motief nog onduidelijk
Toch is nog altijd onduidelijk wat het motief was van Crooks. De FBI-directeur zei daarover dat alleen in het algemeen duidelijk is dat hij geïnteresseerd was in publieke figuren.
Bij de aanslag op oud-president Trump werd een omstander dodelijk geraakt, twee anderen raakten zwaargewond. Trump zelf raakte lichtgewond aan zijn oor. Een scherpschutter schoot Crooks kort na de aanslag dood.