Eerherstel voor zwarte WO II-militairen die werk weigerden na fatale explosie
De Amerikaanse marine erkent dat een grote groep zwarte militairen nooit vervolgd had mogen worden in de nasleep van een fatale explosie bij San Francisco. Precies 80 jaar nadat een munitieongeluk een bevoorradingspier verwoestte krijgen de 256 mannen eerherstel.
Het gaat om mannen die in de marinehaven Port Chicago hielpen bij de bevoorrading van oorlogsschepen. Dat waren allemaal zwarte Amerikanen, omdat die vanwege de rassenscheiding in de VS voornamelijk voor ondersteunende diensten werden ingezet. De mannen hadden eerder al geklaagd dat ze te weinig training hadden gekregen voor het gevaarlijke werk en dat er te weinig veiligheidsmaatregelen waren.
Op 17 juli in 1944 ging het inderdaad mis: een explosief ging af en veroorzaakte een enorme ontploffing van een munitieloods met 5000 ton explosieven. De haven werd verwoest en 320 marinemensen en burgers kwamen om het leven, voornamelijk zwarte oorlogsvrijwilligers. Ruim 400 personen raakten gewond.
Vuurpeloton
Na de explosie kregen de overlevenden te maken met het racistische beleid van de marine. Witte militairen kregen verlof om bij te komen, hun zwarte collega's moesten helpen resten van slachtoffers te bergen. Ook prees het officiële onderzoek naar de ramp het goede werk van witte officieren, waarmee impliciet de schuld werd gelegd bij de zwarte werknemers.
De 256 mannen die nu eerherstel krijgen, weigerden terug aan het werk te gaan zolang er niet meer veiligheidsmaatregelen werden genomen. De stakers kregen te horen dat hun werkweigering gezien werd als muiterij in oorlogstijd, waar de doodstraf op stond. "Een vuurpeloton is een stuk gevaarlijker dan munitie verslepen", dreigde een admiraal de mannen zelfs.
De meeste stakers gingen daarop weer aan het werk, hoewel de officiële reprimande een schandvlek bleef. Vijftig mannen bleven volharden en werden door een krijgsraad schuldig bevonden aan muiterij. De aanvankelijke straf van 15 jaar dwangarbeid werd na publieke ophef verlicht, maar het stigma bleef.
'Zoektocht naar gerechtigheid'
In aanloop naar de tachtigste herdenking van de ramp heeft de marine de veroordelingen nogmaals tegen het licht gehouden en komt het tot de conclusie dat deze groep nooit vervolgd had mogen worden. "Het was een gruwelijke situatie", zegt marinestaatssecretaris Carlos Del Toro.
"De Port Chicago 50 en de velen die hen gesteund hebben, zijn niet meer onder ons, maar hun verhaal leeft voort. Het toont de kracht van moed en een onvermoeibare zoektocht naar gerechtigheid. Zij zijn een baken van hoop. Ze herinneren ons eraan dat zelfs als alles tegen je lijkt te werken, je de strijd voor rechtvaardigheid kan en zal winnen."
De marine nodigt nabestaanden uit om contact op te nemen, zodat bijvoorbeeld destijds ingehouden loon alsnog kan worden verrekend.