Groot onderzoek naar zware knieblessures van jonge voetbalsters richt zich op stress
In september start in Nederland een grootschalig onderzoek naar het ontstaan van voorstekruisbandblessures bij jonge voetbalsters tussen de 12 en 21 jaar.
Het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG) zal het onderzoek uitvoeren, in opdracht van Europese voetbalbond UEFA en met steun van de KNVB.
De onderzoekers willen erachter komen of er een verband is tussen bepaalde stressfactoren uit het dagelijks leven en het ontstaan van deze zware knieblessure, waarmee je er zo een jaar uit ligt, vaak inclusief operatie en herstel.
Nederland kent net als andere landen in Europa een hoog aantal voorstekruisbandblessures. Vooral bij vrouwelijke jeugdvoetballers komt deze zware knieblessure vaak voor. Zij lopen een vier tot acht keer hoger risico dan jongens.
Als er niets wordt gedaan, kan dit probleem over tien jaar gigantisch zijn, aldus experts. Vorig jaar zei Edwin Goedhart, manager sportgeneeskunde bij de KNVB, tegen de NOS: "Het is alsof je zandzakken voor het strand legt, terwijl je weet dat er een tsunami aankomt."
Stressfactoren
Het onderzoek van het UMCG richt zich op stressfactoren. Bijvoorbeeld de invloed van weinig slaap of vermoeidheid, je niet lekker voelen bij ongesteldheid, ruzie thuis of in relaties, slechte cijfers op school of andere stressgevoelens. Maar ook juist positieve gevoelens - zoals blij zijn en plezier hebben, goed contact met vrienden en liefde krijgen en geven - worden onderzocht.
De Groningse sportwetenschapper Anne Benjaminse leidt het onderzoek dat een jaar zal duren. Eerder ontwikkelde ze een speciaal kniepak voor pubervoetbalsters om te zien hoe speelsters exact bewegen, en zo het risico op een knieblessure te kunnen verkleinen.
Waarom vermoedt ze een verband tussen stressfactoren bij jonge voetbalsters en deze blessure?
"Bij mannen is aangetoond dat psychosociale factoren invloed hebben op het krijgen van een hamstringblessure. Als je minder fris op het veld staat en je gedachten elders zijn, heb je minder focus en neemt het blessurerisico toe. Dit willen we ook bij meisjes onderzoeken in relatie tot voorstekruisbandletsel."
Ze vertelt dat uit Europees onderzoek blijkt dat meisjes, zeker in de puberteit, wat vatbaarder zijn dan jongens voor emotionele problemen. "Ik heb veel rondgelopen op de voetbalvelden. Wat ik vaak terugkreeg van geblesseerde speelsters waren verhalen over hun privéleven - dat het uit was met hun vriendje bijvoorbeeld - als reden dat ze er met hun kop niet bij waren op het veld. Tegelijkertijd hangt het er ook vanaf hoe je met emoties omgaat, dat verschilt van persoon tot persoon."
Er zullen ook vragen bij zitten over ongesteldheid. "We willen weten of iemand in die week ongesteld is geworden en of er een vorm van anticonceptie wordt gebruikt. De data zijn geanonimiseerd. Het verzamelen van deze privacygevoellige gegevens is goedgekeurd door de ethische commissie van het UMCG."
6.000 voetballende meisjes, 60 gescheurde kruisbanden?
Het onderzoek duurt een heel seizoen. Er worden door het UMCG 6.000 voetballende meisjes tussen de 12 en 21 gezocht die zich willen aanmelden om wekelijks een vragenlijst in te vullen.
"We hopen dat hier zestig voetbalsters bij zitten die hun kruisband scheuren", aldus Benjaminse, die erkent dat dit wat wreed klinkt. "Maar uit de statistieken blijkt dat dit toch wel gaat gebeuren."
Haar team kan in kaart brengen wat er in de levens van die meisjes speelt en dit vergelijken met gegevens van deelneemsters die blessurevrij bleven.
De onderzoekers richten zich op speelsters van allerlei niveaus, tot en met de eerste divisie. De resultaten worden pas in seizoen 2026/2027 verwacht en zullen gedeeld worden met alle voetbalbonden binnen Europa.
"Het is een uniek onderzoek", zegt Benjaminse. Wat ze ervan verwacht? "Ik hoop verbanden te ontdekken tussen bepaalde omstandigheden. Die kan UEFA dan weer gebruiken in trainingsprogramma's, zoals de verhouding tussen inspanning en rust. Of trainingsbenaderingen voor coaches."