Doorstroomtoets: minder vwo-adviezen, maar kansarme kinderen scoren hoger
Kinderen uit kansarme gezinnen kregen na de doorstroomtoets in groep 8 veel vaker dan andere kinderen een hoger advies dan het schooladvies. Dat blijkt uit cijfers en correspondentie die de Volkskrant heeft opgevraagd bij het ministerie van Onderwijs. Ook kwam er een kwart minder vwo-adviezen uit de doorstroomtoets dan uit eerdere toetsen in groep 8.
De doorstroomtoets werd dit jaar voor het eerst door alle achtstegroepers gemaakt en kwam in plaats van de centrale eindtoets. Het grote verschil met die eindtoets is dat de doorstroomtoets eerder in het jaar wordt afgenomen.
Het idee daarachter is dat voor kinderen bij wie de toets hoger uitvalt dan het schooladvies, dat advies nog omhoog kan worden bijgesteld en ze nog voldoende tijd hebben om zich in te schrijven op de juiste school of de juiste klas. Die inschrijving moet vaak al voor de maand maart gebeuren, terwijl de oude eindtoets meestal daarna pas werd afgenomen.
Naar boven bijgesteld
Bij meer dan 20 procent van de kinderen uit een kansarm gezin kon het schooladvies na het maken van de doorstroomtoets naar boven worden bijgesteld. Bij kinderen uit kansrijke gezinnen was dat iets minder dan 10 procent. Het is niet bekend of in alle gevallen het advies ook echt naar boven is bijgesteld.
Omdat er eerst maanden tussen het advies en de eindtoets zat, wisselden veel kinderen ook met een hoger advies na de toets niet meer van school, mede doordat sommige voorkeursscholen dan al vol zaten. Het is nu verplicht voor basisscholen om een advies bij te stellen op basis van de uitslag van de doorstroomtoets. Willen scholen het advies niet bijstellen, dan moeten ze daar belangrijke redenen voor hebben.
Doel van de veranderingen is om de kansenongelijkheid tegen te gaan. Voorheen kregen kinderen met bijvoorbeeld ouders met een universitaire opleiding vaker een hoog schooladvies dan anderen. Het lijkt er nu op dat de doorstroomtoets er inderdaad toe leidt dat meer kinderen uit kansarme gezinnen een hoger advies krijgen.
Minder vwo-advies
Een ander opvallend resultaat is dat het aantal vwo-adviezen op basis van de toets is gedaald van 17 naar 13 procent. Volgens het ministerie komt het door een nieuwe normering, die voor alle toetsaanbieders gelijk is getrokken.
Scholen kunnen zelf kiezen welke aanbieder ze kiezen. Dat was een wens van de Tweede Kamer, zodat de scholen hun keuzevrijheid behielden. Zo hebben sommige kinderen de toets digitaal gemaakt en andere op papier.
Het schooladvies mag niet naar beneden worden bijgesteld. Dat er minder vwo-advies uit de toets komt, betekent dus niet automatisch dat er daadwerkelijk minder kinderen naar het vwo zullen gaan.
Onrust op scholen
Omdat de resultaten zo erg afweken van eerdere scholenadviezen, ontstond er eerder dit jaar al onrust op scholen. "Het zou kunnen dat kinderen eerder relatief hoge adviezen kregen," schrijft een ambtenaar van het ministerie daarover in de correspondentie die de Volkskrant opvroeg. Het college voor Toetsen en Examens doet onderzoek naar de verschillen. De resultaten daarvan worden in september verwacht.