Met Koeman en Koeman terug naar 1988: 'Je wint, dus hoor je niemand over 4-3-3'
Ze lopen een kleedkamer binnen die ze 36 jaar niet meer hebben gezien. Hier zaten ze, Ronald en Erwin Koeman, tijdens de belangrijkste wedstrijd van hun interlandcarrière. "Het lijkt nu net FC Bal op het Dak 3", kijkt Ronald verbaasd rond.
Ze kunnen zich van de kleedkamer weinig herinneren. Maar van het stadion en van de EK-finale in 1988 tegen de Sovjet-Unie, met dat fabelachtige doelpunt van Marco van Basten ("dat was aan deze kant!") en die kopbal van Ruud Gullit ("uit een hoekschop van mij") des te meer.
In Andere Tijden Sport gaan de broers terug naar München, waar het Nederlands mannenelftal voor het eerst en voor het laatst de Europese voetbaltitel pakte.
De hoofdprijs met Oranje was niet de enige prijs voor de broers dat jaar. Ronald had de Europa Cup I gewonnen met PSV en Erwin had de Europa Cup II gewonnen met KV Mechelen.
Laatstgenoemde reisde topfit af naar Duitsland. "Ik had een goed jaar bij Mechelen. Conditioneel en mentaal was ik echt in goeden doen, ik was er klaar voor."
Toch stond alleen Ronald in de basis in de openingswedstrijd tegen de Sovjet-Unie, die met 1-0 verloren werd. Voor het tweede duel, met Engeland, greep bondscoach Rinus Michels in: John Bosman en John van 't Schip eruit, Marco van Basten en Erwin Koeman erin.
Prompt werd Engeland met 3-1 opzijgezet. "Goede wissel", constateren de broers opgewekt. Een van de treffers viel uit een hoekschop van de voet van Erwin. "Goed gezien van Michels, hij kon wel wat."
De huidige bondscoach vult aan: "Vanaf het moment dat Erwin in het team kwam, was het heel degelijk. Vandaag de dag praat iedereen er maar over dat het 4-3-3 moet zijn, maar volgens mij speelden we dat niet in 1988. We speelden volgens mij een soort 4-4-2."
"Maar je wint, dus hoor je niemand over 4-3-3. Dus laten we het daar de komende zomer dan ook maar niet over hebben."