Vergeten olympische sport: 'Vissen is niet zomaar een hengeltje uitgooien'
Op de Olympische Spelen in Parijs zullen er liefst 32 sporten te zien zijn. Er komen regelmatig nieuwe sporten bij, maar er is ook een aantal sporten uit het collectieve olympische geheugen verdwenen. In aanloop naar de komende editie is er daarom elke week aandacht voor een vergeten olympische sport. Deze week: het sportvissen.
Terwijl de hemelsluizen wagenwijd openstaan, gaat Anja Groot in haar waterdichte kleding stoïcijns aan de slag op de steiger bij het meertje. Haar viskist, die ook dienst doet als stoel, is gevuld met haakjes en dobbers. Op het gras: de foedraal met hengels, een roller, bakjes aas. Het ritueel van de voorbereiding, Groot neemt er de tijd voor. Ook in de stromende regen. "Vissen is niet zomaar een hengeltje uitgooien."
De viervoudig wereldkampioene is gespitst op elk detail. Als haar materiaal op orde is, begint ze met een verzwaarde dobber de bodem van het meertje te verkennen. Ook de weersomstandigheden - regen en windkracht 5 - neemt ze nauwgezet in zich op.
Zo professioneel uitgerust als Groot waren ze niet, de 600 vissers die in 1900 hun hengels uitwierpen vanaf de oevers van de Seine. De enige keer dat 'vissen' deel uitmaakte van het olympisch programma kwam het gros van de deelnemers uit Frankrijk, een aanzienlijk deel daarvan viste zelfs in eigen stad.
De organisatie besloot het veld in drie groepen te verdelen: de buitenlanders, de non-Parisiens en de Parijzenaren. Gezamenlijk haalden ze meer dan tweeduizend vissen uit de rivier.
Anno 2024 is de hengelsport uitgegroeid tot een serieuze bezigheid. Televisieprogramma's over vissen vinden een trouw publiek. Zelf is Groot actief als vlogger. Ook nu, op een kille, regenachtige ochtend in Vinkel, plaatst ze de camera op een statief om haar kijkers deelgenoot te maken van haar sportbeleving.
Kennismaken met de vissen
Als wereldkampioene laat zij niets aan het toeval over. Rondom een groot kampioenschap is Groot al vijf dagen voor de wedstrijd aanwezig op de locatie. "Dan proberen we erachter te komen wat en hoeveel de vissen willen eten, welk haakje we moeten gebruiken, welke lijndiktes. Het is eigenlijk kennismaken met de vissen. Tot in het extreme zoeken wij dat in zo'n week uit. En dan hoop je dat zich dat uitbetaalt in een medaille."
Bij het meertje is Groot inmiddels klaar voor haar eerste poging. Alle attributen die ze nodig heeft, zijn bevestigd aan de viskist zodat ze tijdens het vissen niet hoeft op te staan. "Voor mij is tijd vis. Als ik van mijn kist af moet om iets te pakken, kost mij dat weer twee minuten. In die tijd zou ik ook een vis aan kunnen slaan."
Ik heb wel eens een kampioenschap gehad waar ik in vier uur tijd 300 vissen ving.
Een scherpe blik en concentratie zijn geboden, net als fijne motoriek om de lijnen aan de haakjes te bevestigen. "En ik moet spierballen en conditie hebben. Daarom sport ik om fit te blijven. Ik heb wel eens een kampioenschap gehad waar ik in vier uur tijd 300 vissen ving. Als je dan een conditie hebt van een slak, kom je er niet."
Nog geen minuut nadat Groot de hengel in het meer heeft gehangen, gaat de dobber onder. Voorzichtig haalt ze met een net een forse karper naar de kant. "Dit is echt een prachtige vis van 2,5 kilo. In een wedstrijd tikt die natuurlijk aan." Geroutineerd verwijdert Groot het haakje uit de bek en laat ze de vis weer rustig wegzwemmen.
Dierenwelzijn
Zittend aan de waterkant is Groot in haar element. "Je bent in de natuur, je ziet de dobber ondergaan. Wie wint het gevecht? De vis of jij? Het is een prachtige sport. En ik heb een winnaarsmentaliteit, ik wil altijd winnen. Soms levert dat ook een strijd op met mezelf. Het is niet altijd rustgevend, sportvissen kan heel frustrerend zijn. Maar op een bepaalde manier werkt het ook therapeutisch."
Niet iedereen kan de passie van Groot waarderen. Criticasters van het sportvissen vinden de sport in strijd met dierenwelzijn. "Maar in onze sport staat het welzijn van de vis echt voorop", pareert Groot. "Er zijn allerlei criteria gesteld, bijvoorbeeld aan de leefnetten, die een bepaalde grootte en maaswijdte moeten hebben. Je moet de vis met respect behandelen. En alle vis die ik vang, zet ik gelijk weer terug."
Enkele jaren geleden startte de Confederation Internationale de la Pêche Sportive (CIPS) een lobby om de sport terug op het olympisch menu te krijgen. Het leidde tot weerstand van dierenactivisten en van sceptici die stelden dat de factor geluk te groot is en een wedstrijd te saai. Tot op heden heeft het IOC niet toegehapt.
"Het zou een compliment voor onze sport zijn als het ooit olympisch wordt. Maar eens in de acht jaar hebben wij wel een soort visolympiade, georganiseerd vanuit de federatie. Daar komen dan alle visdisciplines bij elkaar. Dat is iets fascinerends, want iedereen beoefent daar dezelfde sport. Supervet."