Geopolitieke spanningen spekken Nederlandse defensie-industrie
De onrust op het wereldtoneel leidt tot miljarden extra omzet bij Nederlandse bedrijven. Dat blijkt uit een rapport over de nationale defensie-industrie in opdracht van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat, dat vandaag naar de Tweede Kamer is gestuurd.
Zo'n duizend bedrijven zijn actief in die sector. Zij houden zich bezig met het ontwerpen, ontwikkelen en produceren van allerlei materieel voor het leger. Daarnaast maken en bedenken ze ook producten voor de politie en opsporingsdiensten.
Dat leverde in 2021 nog een omzet van 4,7 miljard euro op. Twee jaar later was die omzet met drie miljard gestegen, naar 7,7 miljard euro. In diezelfde tijd namen de uitgaven van Defensie voor materieel slechts met twee miljard toe. De onderzoekers concluderen daarom dat de geopolitieke spanningen de omzetstijging versterken.
Groei zet door
De inkomsten zullen dit jaar verder toenemen, verwachten de bedrijven zelf. Om de groei bij te benen zijn veel van hen de productie aan het opschalen en extra personeel aan het aannemen.
Ongeveer de helft van de wapens en andere defensiespullen gaan naar het buitenland. De meeste klanten komen uit West-Europa en de Verenigde Staten. Er gaan ook relatief veel producten naar Australië en Aziatische landen als Maleisië en Singapore. De export naar die landen nam wel relatief af. Hetzelfde geldt voor de export naar het Midden-Oosten, waar ook Israël onder valt.
"Oekraïne hebben we niet specifiek uitgevraagd", zegt onderzoeker Luddo Oh. In de cijfers valt het land daardoor onder overige Europese landen. "Maar we weten wel dat een aantal bedrijven daar leveringen doet. En er gaat ook veel oud spul van het ministerie van Defensie naartoe."