Superieure Pogacar slaat ook toe in koninginnenrit, vierde zege deze Giro
Tadej Pogacar heeft zijn overmacht in de Giro d'Italia nogmaals onderstreept. In de koninginnenrit, de vijftiende etappe met aankomst tussen de sneeuwmuren van Livigno, hield de Sloveense klassementsleider zich lang koest, tot hij op 14 kilometer van de streep zijn duivels ontbond.
In een mum van tijd reed hij het gat dicht op de laatst overgebleven vluchter Nairo Quintana, boekte zo zijn vierde ritzege deze ronde en pakte bijna drie minuten op zijn naaste concurrenten.
Ook Nederlander Thymen Arensman reed een sterke etappe, loodste kopman Geraint Thomas op bijna drie minuten van Pogacar naar de finish en pakte zelf een kleine minuut op Antonio Tiberi. Zijn achterstand op de nummer vijf in het klassement - tevens concurrent om de witte jongerentrui - is na vandaag nog maar 19 seconden.
Koninginnenrit?
Vooraf werd onder wielervolgers druk gediscussieerd of deze bergrit aangemerkt moest worden als koninginnenrit in deze Giro. Doorgaans ligt de belangrijkste rit in de cruciale derde week van een grote ronde.
De vijftiende etappe was de langste (222 kilometer) én de zwaarste (5.400 hoogtemeters) van deze Ronde van Italië, met finish op 2.400 meter in het skigebied Mottolino in Livigno.
Livigno, afgeleid van het Latijnse labineus, wat zoveel betekent als plek waar lawines plaatsvinden. Een perfecte rit dus voor een aardverschuiving in het klassement, al ging niemand daarvan uit gezien de totale dominantie van Pogacar.
Volgers van het Nederlandse wielrennen kennen Livigno wellicht als favoriete uitvalsbasis van Annemiek van Vleuten voor haar hoogtestages. En niet alleen zij: de meeste profrenners zullen ooit hun tent hebben opgeslagen in Livigno om tijdens hun training onder meer de befaamde Mortirolo te bedwingen.
Die Mortirolo was bijvoorbeeld de plek waar Marco Pantani tijdens de Giro van 1994 als eerste boven kwam op weg naar zijn allereerste profzege. Bergkoning Koen Bouwman was in 2022 de laatste renner die als eerste bovenkwam op de Mortirolo in een rit waarin Arensman uiteindelijk tweede werd.
Bijna iedereen mag weg
Vanaf de start gaf Pogacars ploeg UAE-Emirates talloze renners vrij baan om het ruime sop te kiezen. Dat leverde in het eerste uur een vermakelijk duel op tussen Cofidis, de Franse ploeg van Simon Geschke (die nog ambities koestert voor het bergklassement) en vroege vluchter Lilian Calmejane (Intermarché-Wanty).
De laatste hoopte op een carte blanche, maar moest vloekend en tierend toezien hoe Cofidis het gat naar hem en zijn medevluchters dichtreed. Na de Colle de Lodrino (7,3 kilometer à 4,5 procent) miste Calmejane de beslissende slag, waarbij uiteindelijk 54 renners zich losmaakten van het peloton.
De favorieten in het klassement lieten het begaan, want met Michael Storer (12de op 9.11 van Pogacar) als bestgeklasseerde was er geen reden tot grote zorgden. Andere grote namen in die kopgroep waren Quintana, Julian Alaphilippe, Juan Pedro Lopez en Tobias Foss.
Na de Mortirolo vonden de sterkste aanvallers elkaar in de afdaling (van de steilste kant), maar in de al flink stijgende aanloop naar de voet van de Passo di Foscagno (15 km aan 6,4%) verloor die kopgroep wel snel terrein op de groep met favorieten.
Omdat de klassementstoppers nog altijd geen aanstalten maakten, mochten de vluchters hoop blijven koesteren op de dagzege. Reden voor de jonge Duitser Georg Steinhauser (EF Education) om te demarreren.
Een renner ging in de achtervolging en snoepte seconde voor seconde iets van zijn achterstand af: Quintana.
Aanval Pogacar
Halverwege die klim beseft Pogacar dat het echt sneller moest als de Sloveen de rit nog wilde winnen en dus gaf hij meesterknecht Rafal Majka opdracht om het tempo de lucht in te gooien.
De ontblote tanden van Arensman verraadden dat Majka op 14 kilometer een ultieme tussensprint plaatste en dat bleek de inleiding voor een aanval van zijn kopman in het roze.
Dani Martínez, de nummer twee in het klassement, probeerde nog even om mee te gaan, maar moest snel het hoofd buigen en viel terug in het groepje met Geraint Thomas en Arensman, Ben O'Connor en Valentin Paret-Peintre.
In een mum van tijd reed Pogacar 45 seconden weg bij zijn concurrenten en bij het zien van de eerste sneeuwmuren had hij de twee minuten op het groepje aanvallers al dicht gereden.
Toen al was duidelijk dat de anderhalve minuut van Quintana en Steinhauser zeker niet genoeg zou zijn.
Slotklimmetje
Quintana kwam nog wel als eerste boven op de Foscagno met 40 seconden op de man in het roze, maar na een korte afdaling moest het steile slotklimmetje naar de finish in het skigebied Motttolino nog komen.
Op 2 kilometer van de streep had hij Quintana te pakken en die verdween in de steilste en bochtige meters die volgden al snel uit het zicht.
Daarna nam Pogacar wat gas terug, genoot van de toejuichingen en kwam triomferend over de streep. Zo bleef de schade voor Quintana beperkt tot een kleine halve minuut.
Van de favorieten maakte Arensman een ijzersterke indruk en reed een tempo dat alleen zijn kopman Thomas, Martínez en in tweede instantie Ben O'Connor konden volgen.
Thomas en Martinez kwamen kort achter de ontsnapte Bardet op bijna drie minuten van Pogacar over de streep. Arensman volgde niet veel later en nadert nummer vijf Tiberi in het klassement.