Duitsland ontkent schenden Genocideverdrag voor VN-hof
Duitsland heeft bij het Internationaal Gerechtshof in Den Haag ontkend dat het het Genocideverdrag schendt door wapens te leveren aan Israël. Nicaragua spande de zaak aan om de wapenleveranties zo een halt toe te roepen. Na de Verenigde Staten levert Duitsland het meeste militaire materieel en wapens aan Israël.
Met de aanklacht volgt Nicaragua het voorbeeld van Zuid-Afrika, dat Israël eerder dit jaar voor hetzelfde hof daagde. De rechter oordeelde toen dat Israël meer moet doen om genocide te voorkomen.
Gisteren opende de Nicaraguaanse ambassadeur in Nederland de hoorzitting. Hij stelde dat de Duitse wapenleveranties bijdragen aan een mogelijke genocide in Gaza en dat Duitsland te weinig doet om de humanitaire crisis in Gaza te verlichten. "Het is een treurig excuus aan de Palestijnse kinderen, vrouwen en mannen in Gaza om hun met de ene hand humanitaire hulp te verstrekken, en met de andere hand wapens en militair materieel te leveren waarmee ze van de kaart geveegd worden", luidde de Nicaraguaanse argumentatie.
Duitsland ontkende dit vandaag met klem, met als tegenargument dat 98 procent van de wapenleveringen uit niet-dodelijk materieel zoals helmen en scherfvesten bestaat. "Duitsland doet zijn best om zijn verantwoordelijkheid naar zowel de Israëliërs als de Palestijnen waar te maken", zei Tania von Uslar-Gleichen, een juridisch adviseur van het ministerie van Buitenlandse Zaken. Ze noemde de zaak overhaast en sprak van "zwak bewijsmateriaal".
Historische motieven
Volgens de adviseur zijn de wapenexporten naar Israël onder de loep genomen om ervoor te zorgen dat het internationaal recht wordt nageleefd. "Duitsland heeft van zijn verleden geleerd", zei ze verder, verwijzend naar de Holocaust in de Tweede Wereldoorlog.
Zoals Duitsland zich op het verleden beroept, heeft ook Nicaragua historische motieven voor het aanspannen van de zaak. De Nicaraguaanse president Daniel Ortega was van 1979 tot 1990 ook al aan de macht en onderhield toen een warme band met de Palestijnse president Arafat. Begin dit jaar werd een verkeersader in de hoofdstad Managua nog de Gazaweg genoemd.
Voor de inhoudelijke behandeling van de zaak stonden twee dagen gepland. Het hof zal over enkele weken een tussenvonnis uitspreken, op het daadwerkelijke vonnis moet mogelijk jaren worden gewacht. De uitspraken zijn bindend, maar het hof heeft geen mogelijkheid om de uitvoering ervan af te dwingen.