Derdelanders uit Oekraïne weten nog steeds niet of ze de opvang uit moeten
Een grote groep "derdelanders" - mensen uit andere landen die in Oekraïne werkten of studeerden toen daar de oorlog uitbrak - legt zich er niet bij neer dat ze vandaag de gemeentelijke opvang uit moeten. De Raad van State heeft dat eind januari bepaald. Vluchtelingen uit Oekraïne met de Oekraïense nationaliteit mogen nog een bijna jaar in de opvang blijven, tot 4 maart 2025.
Hoewel er tegen een uitspraak van de Raad van State geen beroep mogelijk is - het is de hoogste bestuursrechter - zijn derdelanders toch zaken begonnen bij rechtbanken. Zij vechten het besluit aan dat ze terug moeten, sommigen met succes, anderen niet. Rechters hebben afgelopen maand uitspraken gedaan die haaks op het arrest van de Raad van State staan, maar ook onderling sterk afwijken.
Enorme rechtsonzekerheid
"We hebben te maken met een hele ingewikkelde situatie," zei demissionair staatssecretaris Van der Burg (VVD, asiel & migratie) vrijdag. In totaal zijn er nog ruim 2500 derdelanders in Nederland, maar de uitspraken gaan volgens hem steeds om individuele gevallen.
Het beleid van Justitie is dat mensen van wie de rechter heeft gezegd dat ze niet kunnen blijven, de opvang mogen worden uitgezet. Derdelanders wier bodemprocedure nog loopt of wiens klacht gegrond is verklaard, mogen wel in de gemeentelijke opvang blijven.
Maar dat creëert "een enorme rechtsonzekerheid", volgens advocate Marjon Ristra-Peeters die meerdere van dit soort zaken behandelt. "Het kan toch niet zo zijn dat het ene deel van deze groep langer in Nederland mag blijven dan het andere, puur op basis van welke rechter de zaak heeft behandeld?" Ze vindt dat de Raad van State er opnieuw naar moet kijken.
Brief met tekst en uitleg
Afgelopen vrijdag is er spoedoverleg geweest tussen de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en Van der Burg over de ontstane verwarring. Vandaag gaat er opnieuw een brief met tekst en uitleg naar gemeenten, maar wat daarin staat wil het ministerie van Justitie nog niet zeggen.
Van de 2540 derdelanders die in Nederland verblijven hebben er 750 een asielaanvraag ingediend, meldt de Immigratie en Naturalisatiedienst (IND). Zij kunnen onderdak krijgen bij het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers.
De meeste gemeenten zorgen ervoor dat die overstap gefaseerd gaat, vanwege de grote drukte in het aanmeldcentrum in Ter Apel. Daarnaast hebben 250 derdelanders een aanvraag voor een andere vergunning gedaan en ruim 1500 mensen hebben de IND nog niet laten weten wat hun plannen zijn.
Geen geld, geen werk
Het beroep van derdelander Samuel Ikegwuru (27) uit Nigeria is afgewezen door de rechter in Utrecht. Hij verblijft in Amsterdam en is emotioneel onder de situatie, zegt hij. Hij weet niet of hij nu de opvang uit moet. Terug naar Nigeria kan of wil hij niet, zegt hij.
"Er is daar niks voor mij: geen geld, geen werk. Ik heb vijf jaar gestudeerd in Oekraïne, ben met een hoogzwangere vrouw naar Nederland gevlucht. Als de oorlog er niet was geweest, had ons kind de Oekraïense nationaliteit gehad. Als ik terugga naar Nigeria kan ik mijn studie niet inzetten en verdien ik straks het minimumloon, 200 euro per maand."
Gemeenten zitten met de handen in het haar en weten niet of ze de groep ontheemden onderdak moeten blijven bieden of juist uit de opvang moeten zetten. Ze gaan er ook anders mee om, komt naar voren uit een inventarisatie van de NOS.
In Eindhoven verblijven nog zo'n 55 derdelanders. Zij worden de opvang uitgezet als ze geen procedure zijn begonnen of de rechter afwijzend op hun beroep heeft beslist, in lijn met het beleid van de IND.
Den Bosch gaat voorlopig geen derdelanders uit de opvang zetten. Van de ongeveer 73 derdelanders die daar nog worden opgevangen heeft de helft geen beroep ingesteld, maar ook zij mogen blijven.
Amsterdam heeft 200 derdelanders. De gemeente wacht de ontwikkelingen van de komende dagen af.
Samuel Ikegwuru (Nigeria) en Hamid Islam (Pakistan) kwamen allebei naar Oekraïne om te studeren, tot de oorlog begon en ze naar Nederland vluchtten. Samuel moet terug naar Nigeria, terwijl Hamid wel in Nederland mag blijven: