Vorig jaar meer tuberculose vastgesteld in Nederland
Het aantal gevallen van tuberculose (tbc) in Nederland is vorig jaar toegenomen. Dat meldt het RIVM. Bij 710 mensen werd de ziekte vastgesteld, 12 procent meer dan in 2022. Toen waren er 634 gevallen.
Het RIVM zegt dat tuberculose zich weer makkelijker kan verspreiden na de coronapandemie. Ook steeg het aantal diagnoses door de verplichte screening die mensen uit landen waar tbc veel voorkomt moeten ondergaan bij binnenkomst in Nederland.
Het aantal tbc-gevallen is wel lager dan voor de coronapandemie. Tussen 2017 en 2019, het laatste jaar voor corona, waren het er elk jaar tussen de 750 en 800.
Circa 80 procent van de tbc-patiënten in Nederland vorig jaar was afkomstig uit het buitenland. De meeste mensen kwamen uit Eritrea (89), gevolgd door Somalië (60) en Marokko (37).
De besmettelijkste vorm, open tuberculose, kwam vorig jaar 213 keer voor. De ziekte is meestal goed te behandelen met antibiotica. Ook bestaat er een vaccin tegen de mogelijk ernstige gevolgen van tuberculose, al biedt die vaccinatie geen volledige bescherming.
Infectie
De ziekte tuberculose wordt veroorzaakt door een bacterie en treedt meestal op in de longen. Door vroege opsporing van de infectie kunnen mensen worden behandeld worden voordat ze daadwerkelijk tbc oplopen.
Vorig jaar kregen 1419 mensen te maken met de infectie. Hiervan werd 42 procent opgespoord door screening van mensen uit landen waar tuberculose veel voorkomt. 29 procent van de mensen werd gevonden door bron- en contactonderzoek rondom een patiënt met tuberculose.
Tbc wordt overdragen door hoesten en niezen. Mensen die te maken krijgen met tuberculose, een ziekte die ook wel tering wordt genoemd, kampen met bijvoorbeeld gewichtsverlies, nachtzweten, vermoeidheid en hoesten. Zonder de juiste behandeling kan de ziekte dodelijk zijn.