20ste editie Aziatisch filmfestival Cinemasia: 'Enorme diversiteit blijft boeien'
Films uit China, Hongkong, India, Indonesië, Japan, Maleisië, Mongolië, Zuid-Korea, maar ook uit Nederland, Canada, Costa Rica en Duitsland. Met één verbindend thema: Azië. Ze zijn de komende dagen te zien in Amsterdam, op de twintigste editie van het festival Cinemasia.
Het gaat om tientallen films, met speciale programmaonderdelen gewijd aan korte films en 'Dutch Asian classics'. Cinemasia voorziet in een behoefte, zegt oprichter Doris Yeung op de openingsavond in Studio K, een van drie bioscopen waar Cinemasia zich afspeelt.
"Twintig jaar geleden zag je in Nederland geen Aziatische mensen op televisie of in films, alleen de stereotypen. 'Sambal bij', de restaurants... In Amerika was het gesprek over representatie en diversiteit er toen al."
Ze wijst erop dat er in Nederland een miljoen mensen zijn van Aziatische herkomst. "Maar je krijgt nooit de verhalen van Aziatische mensen hier." Hoewel het festival dus al twintig jaar bestaat, is het nog steeds nodig om die verhalen op de agenda te zetten, vindt Yeung. "Het gesprek over inclusiviteit en diversiteit is nog maar net begonnen."
Experimenten
Aanwezigen op de openingsavond beamen dat ze veel herkennen in het programma. "Ik ben zelf Aziatisch, dus het is voor mij altijd cool om die cultuur terug te zien op een filmische manier. Door de herkenning, eigenlijk", zegt een bezoeker.
"Het mooie aan Aziatische films is dat er nog vrij veel ruimte is voor experimenten", vindt een ander. "Veel van die filmindustrieën zijn nog vrij jong, die willen zich bewijzen. Elk land heeft zijn eigen stijl, dus er is een enorme diversiteit en dat blijft boeien."
Clichébeeld
De openingsfilm gisteravond was een Nederlandse productie: Happy Palace van regisseur Nicole van Kilsdonk, met wel een klassiek thema: het aloude 'Chin. Ind. Rest.', het Chinees-Indische restaurant dat in Nederland cultureel erfgoed is. Hier groeien een broer en zus op, en ze keren er terug om te werken na de plotselinge dood van hun vader.
"Dit is drama, dit is comedy", zegt co-scenarist Yang Ting Yuen over de film die werd gedraaid in een kort daarvoor gesloten restaurant in Scharwoude. "Het is het Chinees-Indische restaurant ja, maar op een hele andere manier dan het clichébeeld." De crew van de film bestond gedeeltelijk uit medewerkers van Aziatisch-Nederlandse afkomst.
Zelf is Yuen al vanaf het begin betrokken bij Cinemasia, zo zat ze jarenlang in het bestuur. Ook zij wijst op de behoefte waarin het festival na al die jaren nog steeds voorziet.
"Er was geen enkele vertegenwoordiging van Aziatische rolmodellen op filmgebied, wat het betekent om een Chinese Nederlander te zijn en om Aziatische films te zien die ook uit de diaspora komen. Niet alleen uit China, maar ook uit dat grote Aziatische achterland, dat was er gewoon heel weinig."
Lekker mainstream
De setting van Cinemasia - drie betrekkelijk kleine arthousebioscopen in Amsterdam - roept wel de vraag op of de Aziatische film hier niet nog steeds een niche is: alleen interessant voor liefhebbers.
Maar Yuen bestrijdt dat. "Cinemasia is altijd toegespitst geweest op gewoon, lekker mainstream", legt ze uit. "Gewoon het brede palet van Aziatische films die normaliter niet aangekocht worden door de gewone Nederlandse bioscopen."
Zo is op het festival de Nederlandse première van City of Wind, het debuut van de Mongoolse regisseuse Lkhagvadulam Purev-Ochir, over een 17-jarige sjamaan in het hedendaagse Mongolië: