NOS Nieuws

'De' boer bestaat niet, grote inkomensverschillen tussen bedrijven en sectoren

  • Sjoerd Mouissie

    Datajournalist

  • Bart Kamphuis

    Verslaggever economie

  • Sjoerd Mouissie

    Datajournalist

  • Bart Kamphuis

    Verslaggever economie

Boeren protesteerden de afgelopen weken massaal door heel Europa. Hun toekomst staat op het spel, zeggen ze. De protesten waren goed hoorbaar en zichtbaar.

Het belangrijkste punt van protest verschilt van land tot land, maar wat de boeren bindt is verzet tegen door nationale overheden en de Europese Commissie opgelegde regels die de agrarische sector moeten verduurzamen. Die zijn nodig om klimaatdoelen te halen.

Maar de boeren vinden dat de maatregelen vooral vragen oproepen over hun bestaanszekerheid. Hoe worden hun verdiensten eigenlijk beïnvloed door regels uit Den Haag en Brussel, en door de plannen voor nieuwe regels? En wat is de inkomenspositie van boeren?

Vriezen of dooien

Het is een lastige rekensom: het inkomen van een boer is niet zomaar te vergelijken met de inkomens van andere werkenden. Wat in de landbouw een 'laag inkomen' is, is anders dan het sociale minimum voor mensen met een baan. En bij weinig beroepsgroepen zijn de inkomensverschillen zo groot als bij boeren.

Wat iemand precies aan een boerenbedrijf overhoudt als inkomen, hangt in de eerste plaats af van het type boer dat hij of zij is.

In welke sector de boer ook zit, pieken en dalen zijn heel gewoon in het boerenbestaan. Oftewel: het kan vriezen en het kan dooien. Dat gezegde gaat niet alleen op voor het weer. Zo kunnen de kosten voor bijvoorbeeld veevoer of energie per jaar verschillen, net als de opbrengsten van slachtvee of fruit.

De marktprijs van agrarische producten speelt een grote rol. En die prijs wordt internationaal bepaald. Is er bijvoorbeeld weinig import van fruit van buiten de EU, dan is dat goed nieuws voor Nederlandse fruittelers.

Maar het kan ook flink tegenzitten. Bijvoorbeeld als de opbrengsten dalen, maar de kosten tegelijkertijd stijgen. Het inkomen kan dan zelfs negatief zijn, verlies dus. Een boer moet dan interen op opgebouwde reserves.

Hoe groot zijn die reserves? De gemiddelde waarde van een land- en tuinbouwbedrijf in Nederland is 3,5 miljoen euro. Een belangrijk deel daarvan zit in de waarde van grond. Maar dat is geen vermogen dat zomaar ten gelde kan worden gemaakt. Want grond verkopen, betekent het opgeven van (een deel van) het bedrijf. Daarnaast vormt het 'grondvermogen' vaak het pensioen van de boer.

Subsidie

Van het Brusselse EU-budget gaat ongeveer een derde naar de landbouwbegroting. In de periode 2021-2027 is dat bijna 390 miljard euro. Ruim 70 procent daarvan wordt als directe inkomenssteun uitgekeerd. Het oorspronkelijke idee erachter: de EU moet wat voedsel betreft zelfvoorzienend zijn. En dat mag wat kosten.

In 2021 ontving Nederland 825 miljoen euro subsidie voor boeren. Voor het overgrote deel ging het om steun voor boeren met een laag inkomen. Vooral bij de kleinste boerenbedrijven wordt er weinig verdiend: 63 procent van de boeren in die groep krijgt minder dan de lage-inkomensgrens.

Zonder die Europese subsidies zou vijf jaar geleden ongeveer de helft van de boeren een bedrijfsinkomen hebben dat onder het minimumloon ligt. Door de inkomenssteun is dat teruggebracht tot een derde.

Toch kwam in 2019 een derde van de Europese inkomenssteun terecht bij boeren met een bedrijfsinkomen van tweemaal modaal en meer, terwijl zij zonder die steun al bovenmodaal zouden verdienen.

In het EU-landbouwbeleid voor 2023-2027 staat dat subsidies meer ten goede komen aan kleine bedrijven, en minder aan de grote. Om dat te bereiken, krijgen boeren vanaf dit jaar meer subsidie voor de eerste 40 hectare van hun bedrijf.

Daarnaast staan in het EU-beleid verduurzamingseisen waar boeren zich aan moeten houden. Maar die eisen zijn onder invloed van de protesten deels teruggeschroefd. Zo werd de verplichting uitgesteld om een gedeelte van het land braak te laten liggen voor natuurherstel. Ook werd het plan ingetrokken om het gebruik van pesticiden te halveren.

Wat betekent het nieuwe beleid, en de concessies die er in zijn gedaan, voor de inkomens van de boeren? "Dat is nu niet goed in kaart te brengen", zegt Roel Jongeneel, landbouweconoom aan de Wageningen Universiteit. "Want de vergroeningsdoelen die de Europese Commissie aan de boeren stelt zijn niet meer dan stippen aan de horizon. Er staat niet bij hoe die doelen moeten worden behaald. En dus kun je ook niet goed vaststellen wat de aanpassingen uiteindelijk in de portemonnee betekenen."

Bekijk deze explainer van NOS op 3 over de haat-liefdeverhouding tussen boeren en de EU:

De haat-liefdeverhouding tussen boeren en Europa

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl