Spreidingswet: Brabant, Noord- en Zuid Holland moeten fors meer opvangplekken zoeken
Isa Huizing
redacteur Binnenland
Sjoerd Mouissie
Datajournalist
Isa Huizing
redacteur Binnenland
Sjoerd Mouissie
Datajournalist
Vooral de provincies Noord-Holland, Zuid-Holland en Noord-Brabant zullen met fors meer opvangplekken voor asielzoekers moeten komen als de spreidingswet volgende maand ingaat. In totaal gaat het om bijna 35.000 extra plekken, waarvan er ruim 18.000 in Zuid-Holland moeten komen.
Volgens de spreidingswet worden de extra opvangplekken verdeeld over alle gemeenten. Dat gebeurt op basis van het aantal inwoners en hoe welvarend een gemeente is. Een derde van de Nederlandse gemeenten heeft in de afgelopen twaalf jaar geen opvanglocatie voor asielzoekers gehad.
Dat geldt bijvoorbeeld voor de Zuid-Hollandse gemeente Westland. Naar een schatting van de NOS, gebaseerd op het inwonertal en het welvaartsniveau, zouden daar komend jaar ongeveer 500 plekken voor asielzoekers moeten komen, als de spreidingswet wordt gevolgd.
"Binnen de gemeenteraad is geen draagvlak voor grootschalige opvang van asielzoekers op een wijze die voorgeschreven wordt door het COA", reageert de gemeente Westland. Volgens een woordvoerder was er in 2016 wel een opvanglocatie beschikbaar, maar werd daar geen gebruik van gemaakt.
Daarnaast wijst de woordvoerder erop dat Westland wel 1500 gevluchte Oekraïners opvangt. Nagenoeg alle gemeenten vangen deze vluchtelingen op. Oekraïners vallen echter niet onder de spreidingswet, hoewel die opvang wel voor druk op gemeenten zorgt.
Opvangcentra overvol
De extra plekken zijn nodig, omdat de opvanglocaties van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA) nu vol zitten met asielzoekers die wachten op de beslissing of zij in Nederland mogen blijven. Dat worden er steeds meer, omdat de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) het aantal nieuwe asielaanvragen niet aankan. En als een aanvraag eenmaal is goedgekeurd, zijn er nauwelijks woningen waar de nieuwe 'statushouders' naartoe kunnen.
Op dit moment is er bij het COA plek voor 69.000 mensen. Dat moeten er op 1 januari 2025 in totaal 96.000 zijn.
In de spreidingswet, waar de Eerste Kamer dinsdag over stemt, staan ook vergoedingen om het voor gemeenten aantrekkelijker te maken opvang te bieden. Een gemeente die zich in de eerste drie maanden meldt en meer dan honderd plekken vijf jaar beschikbaar stelt, krijgt 5000 euro per opvangplek. Gemeenten die zich snel melden maar geen opvang voor vijf jaar kunnen garanderen, krijgen 2500 euro per plek. Gemeenten mogen zelf bepalen waaraan ze het geld uitgeven.
Daarnaast mogen gemeenten binnen een provincie afspraken maken over hoe de opvang eruit komt te zien. Daarbij kan de ene gemeente bijvoorbeeld meer huizen voor statushouders aanbieden, terwijl in een andere gemeente een geschikte locatie voor een opvangcentrum staat. Als een gemeente desondanks geen opvang wil regelen, kan de overheid die gemeente daar uiteindelijk toe dwingen.
Sommige provincies doen al genoeg
Acht van de twaalf provincies moeten komend jaar aan de bak om extra opvangplekken te regelen. De grootste uitschieter is dus Zuid-Holland, omdat het een dichtbevolkte en welvarende provincie is. Maar ook het aantal opvangplekken in de afgelopen jaren telt mee.
Er zijn echter ook provincies die nu al genoeg opvangplekken hebben. Drenthe, Groningen, Flevoland en Gelderland zouden in theorie zelfs opvangplekken kunnen schrappen en alsnog aan de verplichtingen voldoen. Dat geldt vooral voor Drenthe en Groningen - beide provincies hebben ruim 600 meer opvangplekken dan zou moeten.
Gemeenten die de afgelopen jaren geen opvang boden, maar dat nu wel zouden moeten, reageren afwachtend op het nieuws uit de Eerste Kamer. Burgemeester Edo Haan van Zwijndrecht zegt altijd open te hebben gestaan voor opvang van asielzoekers, maar de mogelijkheid binnen zijn gemeente was er niet.
"Er zijn gesprekken geweest met het COA. We hebben meerdere panden aangedragen, maar om verschillende redenen kwamen die panden niet in aanmerking voor het COA", aldus Haan. "Het is geen onwil, alleen kwamen we er praktisch niet uit qua locatie."
De burgemeester van Zwijndrecht voelt zich aangesproken door de spreidingswet en wil graag zijn verantwoordelijkheid nemen. "Ik heb vanaf het begin gezegd dat ik het goed vind dat wij onze bijdrage leveren, net als andere gemeenten dat ook doen. De spreidingswet gaat dat afdwingen, dat vind ik goed."
De gemeente Zwijndrecht zal vanaf april 300 asielzoekers opvangen in een hotel.
Noordwijk
Een andere gemeente die niet aan opvang heeft gedaan, is Noordwijk. Naar schatting moeten daar dit jaar 200 plekken komen. De verantwoordelijk wethouder wil niet reageren op de vraag hoe de gemeente hier invulling aan gaat geven. Hij wil 'de nieuwe politieke realiteit die is ontstaan door het besluit van de Eerste Kamer' eerst met de gemeenteraad bespreken. Ook wil hij gaan kijken hoe er binnen de regio samengewerkt kan worden.
Politiek verslaggever Marleen de Rooy legt uit hoe de spreidingswet werkt en waarom er zoveel om te doen is: