Herman van Veen 600 keer in Carré: 'Ik ga niet stoppen, het stopt mij'
Herman van Veen staat vanavond voor de 600ste keer in het Koninklijk Theater Carré. En dat is een record, want in de 136-jarige geschiedenis van het Amsterdamse theater trad er niemand zo vaak op als soloartiest. De enige die er vaker op de planken stond is collega Freek de Jonge, maar hij stond ook geregeld in Carré als onderdeel van een duo.
Het was 5 mei 1971 toen Van Veen (78) voor het eerst in Carré stond. Hij weet het nog als de dag van gisteren, zegt hij in het NOS Radio 1 Journaal. De jonge Van Veen, toen 26 jaar, was ontzettend zenuwachtig voor zijn voorstelling Harlekijn: "Ik kreeg mijn knieën niet eens meer onder controle. Gelukkig had ik een wijde broek aan."
De zaal was voor driekwart leeg, ondanks de aanwezigheid van vrienden en familie die hij zelf had opgetrommeld. In de zaal zat ook een handvol journalisten, die zijn optreden positief recenseerden. De voorstelling was een mix van muziek, poëzie, kleinkunst en dans. "Het bleek een geweldige verrassing te zijn. Het was anders: een nieuw persoon die heel merkwaardige dingen deed", aldus Van Veen.
Door dit optreden werd Van Veen bekender bij het grote publiek. Vervolgens maakte hij muziek, met nummers zoals Opzij en Toveren. Inmiddels heeft hij tal van albums op zijn naam staan, schreef hij tientallen boeken en hij speelde dus honderden voorstellingen. De door hem bedachte figuur Alfred Jodocus Kwak kreeg internationale bekendheid toen de kleine gele eend uit de kindermusical een eigen tekenfilmserie kreeg.
Niet te stoppen
Het optreden van vanavond is de aftrap van het stuk De Voorstelling, waarmee Van Veen tot 21 januari in het koninklijke theater staat. Daarna reist hij met de voorstelling tot eind mei langs verschillende theaters in Nederland. Directeur Madeleine van der Zwaan van Carré is trots dat Van Veen deze mijlpaal viert. "Ongelofelijk hoe Herman de lat maar blijft verleggen en elke avond bijzonder maakt, telkens weer."
In 2021 brak Van Veen in Carré ook al een ander record, toen hij voor de 561ste keer keer solo optrad. Daarmee sneuvelde het oude record van Toon Hermans.
Aan stoppen denkt Van Veen overigens nog lang niet. "Het stopt mij, ik ga nooit een laatste voorstelling aankondigen. Ik vind dit zo'n prachtig vak en ik ben gelukkig genetisch in orde. Ik hoop dat ik aan de 700ste kan komen."