Hoogwater in de IJssel tussen Kampen en Zwolle in 2018
NOS Nieuws

Problemen door hoogwater, maar rivierprojecten geven speling

Zandzakken, dijkinspecties en medewerkers die teruggeroepen worden van hun verlof: het hoogwater houdt de Nederlandse waterschappen al dagen in zijn greep. In de lange historie van overstromingen in Nederland is de strijd tegen het water een terugkerend fenomeen. Maar de huidige waterstanden laten ook zien of en hoe goed de veranderingen in het Nederlandse waterbeheer werken.

Een groot deel van Nederland ligt onder zeeniveau, waardoor de dijken aan de kust van groot belang zijn om droge voeten te houden. Behalve de Noordzee, is echter ook Nederland het 'afvoerputje' van grote rivieren als de Maas en de Rijn. De Rijn stroomt vanuit Zwitserland via Duitsland door Nederland, waar de rivier uitmondt in de Noordzee. De Maas komt vanuit Frankrijk uit in de Noordzee.

De hoeveelheid water die door de rivieren stroomt heeft daardoor niet alleen te maken met hoe hard het regent in Nederland. Ook smeltwater en neerslag uit landen om ons heen belandden in de stroom richting de Noordzee.

Hoogwater jaren 90

Dertig jaar geleden veroorzaakten grote hoeveelheden regen- en smeltwater ook hoge waterstanden in de rivieren in Nederland. In 1993 overstroomden de Limburgse dorpen Borgharen en Itteren. Twee jaar later overkwam beide dorpen hetzelfde en werden in Gelderland ongeveer 250.000 mensen en een miljoen dieren uit voorzorg geëvacueerd.

"Het maakte duidelijk dat we waren ontsnapt aan een bijna-ramp", zegt Rico Tonis van Rijkswaterstaat over het hoogwater in de jaren negentig. "Toen kwam het inzicht dat we niet alleen de dijken moesten verhogen, maar dat we de rivier ook meer ruimte moesten geven."

Ruimte voor de Rivier

Als gevolg van het extreem hoge water in de jaren 90 werd het nieuwe programma 'Ruimte voor de Rivier' ontwikkeld. Voortaan was het niet alleen een kwestie van het bouwen van dijken en het ophogen van bestaande dijken: de rivieren zelf zouden meer ruimte krijgen om water af te voeren. Dijken werden verder landinwaarts geplaatst en er werden hoogwatergeulen aangelegd om overtollig water af te voeren.

Bijna twintig jaar werd er aan het programma gewerkt. Dit jaar werd het project afgerond met een laatste ingreep in het gebied bij Kampen. Het gaat om hoogwatergeul het Reevediep, tussen de IJssel en het Drontermeer. Hierdoor wordt het gebied rondom Zwolle en Kampen nu ontlast.

Ook werden rivierbeddingen verlaagd door de bodem af te graven. Afgelopen zomer voerde Rijkswaterstaat bijvoorbeeld baggerwerkzaamheden uit op de IJssel om Kampen te beschermen tegen overstroming door hoogwater. Hierdoor kan het gebied nu meer water kwijt voordat er grote wateroverlast ontstaat.

"Het water hoeft zich niet allemaal meer door het stadscentrum van Kampen te persen", zegt Tonis.

Ook bij Deventer werden extra nevengeulen gegraven om meer ruimte te bieden aan het water van de IJssel. Het waterpeil tikte vandaag daar de 6,21 meter boven NAP aan. Vanaf het kritieke punt van 6,3 meter boven NAP stroomt de kade over en loopt het water de binnenstad in. Zo ver is het nu nog niet.

Maaswerken

Behalve 'Ruimte voor de Rivier' is er nog een groot project dat Nederland moet beschermen tegen hoogwater door de rivieren: de Maaswerken. Dat programma is nog niet afgerond. Het gaat voornamelijk om het verbreden en verdiepen van de rivier de Maas.

Al is de bescherming tegen overstromingen in Nederland nooit afgerond, stelt Rijkswaterstaat. "Het klimaat verandert voortdurend en Nederland blijft kwetsbaar voor overstromingen." Alert zijn blijft dus nodig. "Bescherming tegen hoogwater is nooit klaar", schrijft Rijkswaterstaat.

Eerder maakte NOS op 3 deze video over hoe goed Nederland is voorbereid op watersnoodrisico's:

Zijn we klaar voor meer watergevaar?

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl