Op NK afstanden is meer te winnen dan een titel: wat staat er op het spel?

Tussen het kerstdiner en de oliebollen begint donderdag voor de Nederlandse schaatsers een van de belangrijkste toernooien van de winter: de NK afstanden.

Een toernooi van drie dagen dat veel meer is dan alleen een strijd om de nationale titels. Op de NK zijn startbewijzen te verdienen voor alle grote kampioenschappen van dit seizoen. Maar wat is er precies voor wie te verdienen?

Vraag een schaatser naar zijn of haar hoofddoel en de kans is groot dat je de WK afstanden als antwoord krijgt. De wereldkampioenschappen in het Canadese Calgary (15-18 februari) is het meest prestigieuze toernooi van het seizoen.

Kwalificatie voor de WK afstanden is alleen mogelijk op de NK van deze week. Op bijna alle afstanden gaat de top drie van het toernooi in Heerenveen naar Calgary. Alleen op de langste afstanden, de 5.000 meter voor vrouwen en de 10.000 meter voor mannen, mogen slechts twee Nederlandse deelnemers naar de WK.

De selectie voor de ploegenachtervolging, de massastart en de teamsprint wordt gemaakt door bondscoach Rintje Ritsma. De deelnemers op die afstanden hoeven, behalve bij de teamsprint, niet per se ook op de individuele afstanden uit te komen.

Matrix voor EK afstanden

Het aantal Nederlandse deelnemers aan de EK afstanden is wel beperkt. Slechts tien Nederlandse mannen en tien Nederlandse vrouwen mogen deelnemen aan de EK in Heerenveen (5-7 januari).

Om tot die selectie te komen heeft schaatsbond KNSB een selectievolgorde opgesteld, ook wel bekend als 'de matrix'. De afstanden waarop de kans op Nederlands succes het grootst wordt geacht, staan bovenaan.

Aan het einde van de NK is de selectievolgorde ingevuld en duidelijk wie er naar de EK mogen. Maar er is, uiteraard, een uitzondering. Voor zowel de massastart als de ploegenachtervolging kan bondscoach Ritsma één rijder aanwijzen en hem of haar daarmee een plekje in de matrix bezorgen.

Voor een schaatser die zich niet op eigen kracht weet te plaatsen, maar die Ritsma wel graag mee wil nemen, is er dus een uitweg. Dat gaat ten koste van de schaatser die onderaan de selectievolgorde staat.

Daarnaast: voor alle toernooien, dus ook de EK, geldt dat in het geval van een calamiteit (bijvoorbeeld ziekte of een valpartij) de selectiecommissie van de KNSB een benadeelde schaatser kan aanwijzen voor de kampioenschappen.

Het schaatsseizoen wordt van 7 tot en met 10 maart afgesloten met de WK allround en sprint in Inzell. Per toernooi mogen drie Nederlandse mannen en drie Nederlandse vrouwen meedoen.

Op de NK afstanden is een van die drie tickets te verdienen. Voor het sprinttoernooi wordt een combinatieklassement gemaakt op basis van de 500 en de 1.000 meter. Alleen de beste rijder in dat klassement verzekert zich van een ticket naar Inzell.

Voor de WK allround bij de mannen wordt dat klassement gemaakt met de 1.500 meter en de vijf kilometer. Bij de vrouwen wordt gekeken naar de 1.500 meter en de drie kilometer.

De plek aan kop van dat combinatieklassement is veel waard. De twee andere deelnemers aan de WK in Inzell moeten zich namelijk nog plaatsen bij de NK allround en sprint (24-25 februari in Thialf), nog geen week na de WK afstanden in Canada.

Wie zich de komende dagen bij de NK wél plaatst voor de WK afstanden maar nog níét zeker is van de WK allround of sprint, zal dus kort na terugkeer uit Calgary nog aan de bak moeten.

Bekijk hieronder het programma van de NK afstanden: